“Jij schrijft toch stukjes op internet?”
We zitten in de auto. Het is dinsdagmiddag, mijn tante-nichtjes dag. Ik heb ze net opgehaald uit school en we zijn onderweg naar de McDonald’s voor ons wekelijkse tante-ijsje.
Thirza vervolgt haar vraag;
“Maar voor wie schrijf je dat dan?”
“Ik schrijf voor Mentorschap over mijn cliënten bij het Westerhonk. En ik schrijf voor mensen met een stoma. En ook gewoon voor mijzelf, omdat ik dat leuk vind.”
“Maar je hebt al heel lang niets meer over mij geschreven.”
“Dat klopt. Nu jullie ouder worden vinden jullie het misschien niet meer zo leuk als ik over jullie schrijf.”
“Jawel!!” Roepen ze in koor.
“Wil je weer wat over mij schrijven?” Vraagt Thirza verheugd.
“Dat gaat niet zomaar lieverd. Dan moet er iets gebeuren, of je moet iets zeggen waarvan ik opeens denk: ’Ja, dat is blogwaardig.’ “
“Blogwaardig? Hoe weet je dat dan?” Vraagt ze geïnteresseerd.
“Dat voel ik. Dan krijg ik een bepaald gevoel en dan denk ik: “Ja! Dat is leuk voor een blog!”
Ze kijkt alsof een wonder zich voltrekt.
We bestellen ons ijsje. Drie Sunday ijsjes met karamel saus. Terwijl we in de auto zitten te smikkelen heb ik na een paar heerlijke hapjes genoeg.
“Lust je niet meer?” Vraagt Danique.
“Het is teveel voor mij en met dit warme weer krijg ik van ijsjes diarree.”
“Door je stoma?” Vraagt Thirza.
“Ja, doordat ik geen dikke darm meer heb krijg ik eerder diarree. Dan moet ik oppassen met wat ik eet.”
Ze neemt gulzig een grote hap. Terwijl het koude ijs in haar wang zit kijkt ze bedenkelijk.
“Toen jouw hele darm er uit werd gehaald…?”
Ze slikt de hap door en neemt een volgende hap terwijl de karamel saus over haar kin druipt. “…was het toen net als bij de tandarts?”
“Wat bedoel je?”
“Nou, als je kies wordt getrokken krijg je hem in een zakje mee naar huis.”
Weer verdwijnt een hapje in haar mond. Terwijl ze het lepeltje zorgvuldig aflikt stelt ze haar volgende vraag.
“Kreeg jij je dikke darm ook mee naar huis?”
Ik kijk haar aan. Verbijsterd. Want terwijl ik met het ijsbekertje van de McDonald’s in mijn handen zit zie ik het voor mij:
Onderweg naar huis vanuit het ziekenhuis. Op schoot een grote doorzichtige plasticzak met een knoop erin. In de zak, als een soort dikke goudvis, mijn nog warme, zachte, glibberige dikke darm in het water.
Ik barst in lachen uit.
“Wat?” Vraagt ze geheel onschuldig, nog steeds met die sliert karamel op haar kin.
“Niks lieverd maar dit is precies wat ik bedoelde! Dit is blogwaardig!”
X Carlijn
1 reactie
Susanne
Wat een geweldig verhaal. Van die naïeve vragen die kinderen gewoon durven stellen. Inderdaad blogwaardig