“Ach, wat erg…” Ze kijkt naar haar telefoonscherm. Snel legt ze haar telefoon weer weg want we zitten bij onze orkest repetitie. Telefoons verboden. We zetten een nieuw liedje in en blazen op onze klarinet.
“Wat is er erg?” Vraag ik zachtjes als de dirigent even stopt.
“Ik krijg net bericht dat de moeder van drie leerlingen van mij naar het hospice is gebracht.”
We zetten weer in. Spelen een vrolijk deuntje maar mijn gedachten zijn bij wat ze net vertelde. De schoolvakantie is begonnen. Ik zie mijn bonuskinderen voor mij die onbezorgd de school uitrennen. Vrijheid, blijheid, zes weken vakantieplezier voor de boeg.
Tegelijkertijd denk ik aan de drie onbekende kinderen die deze schoolvakantie vol verdriet, nervositeit en angst voor het gemis wat gaat komen in gaan. Een vakantie die hun leven zal veranderen.
“Is ze al lang ziek?” Vraag ik snel, tussen het blazen door.
“Nee. Het is erg snel gegaan.” Zegt ze met een snik in haar stem.
Als ik een uurtje later mijn achtertuin in rijd bots ik tegen de step van Jack op. Ik stap af en breek bijna mijn nek over de skeelers van mijn bonusdochter. Ik doe de schuifdeur van de serre open waar tassen, slippers, schoenen en drie jassen een grote hoop op de deurmat vormt . Mijn blik gaat naar de tafel. Half opgedronken limonadeglazen, kruimels van koekjes op de grond. Tv aan terwijl de kamer leeg is. Van boven komt een hoop geschater.
Het is iedere week hetzelfde. Nadat ik heerlijk muziek heb gemaakt in mijn geliefde orkest kom ik ontspannen thuis maar zodra ik de zwijnenstal betreed voel ik irritatie.
Ik zucht. Begin op te ruimen. Loop gehaast naar de hal. Gooi slippers in de slippermand en hang jassen aan de kapstok.
“Ik ben thuisssssss!” Roep ik naar boven.
Gestommel op de trap.
“Yeahhhh!” Roept de jongste en hij springt de laatste drie treden van de trap ik mijn armen. Ik krijg een dikke kus.
“Love you. Heb je gemist!” Zegt hij blij terwijl hij zijn hoofd in mijn hals begraaft.
Plotseling een rilling over zijn rug. Kippenvel op mijn armen want mijn gedachten gaan naar de (voor mij) onbekende moeder in de hospice die nooit meer op deze manier thuis zal komen. Zij zal nooit meer mopperen over rondslingerende tassen en jassen en vlekken op het kleed of stepjes in de tuin.
Mijn irritatie is weg. Ik mopper nergens meer over maar knuffel alleen maar heel hard terug. In stilte…….
x Carlijn