De afgrond aan mijn linker zijde is angstaanjagend. Het duizelt mij. Voetje voor voetje loop ik over het smalle wandelpad. Er is geen stevig hek. Slechts een draadje. Driehonderd meter lager lijken de kleine boerderijtjes van Madeira mini huisjes van lego.
Opgelucht haal ik adem als we de bocht om zijn. Het pad wordt weer wat breder.
Er komen tegenliggers aan. Met onze rug tegen de rotswand gedrukt laten we de groep passeren. We verstarren. Kijken elkaar aan. Geschokt. We kunnen niet geloven wat wij zien. Te midden van de groep loopt een oudere dame. Echt oud. Behendig stapt zij over de boomstronken heen. Haar metalen stok beweegt vlot mee. Ze maakt oogcontact wanneer ze mij voorbij gaat. Ze glimlacht. Alle driehonderdvierentwintig rimpeltjes in haar gezicht lachen mee.
“Bonjour. Ca va?”
“Qui. Ca va bien!” Zeg ik verbijsterd.
Met haar witte dunne beentjes vol ouderdomsvlekken stapt ze om mij heen. Haar wandelschoenen strak dicht geknoopt.
“Jeetje Thierry. Zag je dat? Zij moet toch minstens tachtig zijn?”
“Tachtig? Ik denk wel negentig!”
We kijken haar na. Te midden van haar jongere wandelgenootjes loopt ze krom maar rap door. De bocht om. Uit ons zicht. Over dat smalle pad met die steile afgrond.
We luisteren. We horen niets. Geen ijzingwekkende gil. Geen plof.
We wandelen door. Beiden met onze eigen gedachten. In stilte. Zoals dat gaat bij een wandelvakantie.
“Ongelooflijk toch dat oude mensje?” Zeg ik na tien minuten.
“Denk jij ook nog steeds aan haar? Het leek wel een Bananen Split moment.”
“Precies! Zij kan toch nooit die tien kilometer hebben afgelegd die wij nog klauterend, klimmend en hijgend voor de boeg hebben? Volgens mij is ze voor de grap met een helikopter op deze berg gedropt.”
En zo krijgt deze zware wandeling een heel andere dimensie.
We fantaseren. Daar al wandelend op die enge hoge berg. Vrolijk kletsend dalen we af. Bedenken dat ze misschien in haar jonge jaren de Mount Everest heeft beklommen. Of dat ze nog eens terug wilde gaan naar de plek wij zij zestig jaar geleden ten huwelijk is gevraagd. Of zal zij haar bucket list afwerken?
We kunnen er wat van; hij en ik.
Mijmerend, vol fantasie staat deze berg opeens in een ander daglicht.
In het licht van haar stralende gezicht met driehonderdvierentwintig rimpeltjes.
X Carlijn