“Leeeger des Heels? Wat staat daar Carlijn?” Vraagt mijn nichtje als we samen in de tram zitten.
“Dat is het Leger des Heils lieverd.”
“Wat is dat?”
“In dat gebouw slapen ‘s nachts de daklozen. Weet je wat dat zijn?”
“Ja zwervers. Maar daar snap ik helemaal niets van. Zijn die mensen dan lui omdat ze niet werken en geen huis kunnen betalen?”
“Nee lieverd. Het zijn vaak andere omstandigheden waardoor ze alles kwijt raken.”
Ik vertel over het gevaar van verslavingen. Dat sommige mensen verkeerde keuzes maken of psychisch in de war zijn. Maar ook dat er daklozen zijn die alles voor elkaar hadden. Goede achtergrond. Eigen woning. Geslaagd in het leven. Maar door omstandigheden niet in aanmerking komen voor het vangnet in onze samenleving. Voor miljoenen mensen is alles goed geregeld in onze verzorgingsstaat maar helaas is er ook een groep die tussen wal en schip is geraakt. Ik zie het zelfs binnen de Stomavereniging. Ziekte. Armoede. Voedselbank. Hoge ziektekosten. Wajong uitkering waar geen enkele huur mee te betalen is. Huur achterstand. Schulden. Uit huis zetting. En dan sta je daar….op straat. Zonder sociaal vangnet kun je nergens terecht.
“Maar ik begrijp het niet.” Zegt mijn nichtje verontwaardigd. “Dan ga je toch gewoon naar je moeder! Bij je eigen moeder kan je toch altijd terecht?”
“Gelukkig wel. Maar wat als je geen moeder meer hebt? Als je ouders al dood zijn en je hebt bijvoorbeeld geen broers of zussen?”
Ze zit er stilletjes over na te denken. De tram rijdt door. De binnenstad in met al haar daklozen. We kijken zwijgzaam, zij aan zij, uit het raam naar de stad met alle bijzonder uitziende nationaliteiten. Na vijf minuten veert ze plotseling verheugd op.
“Ik weet wat ik zou doen als ik zwerver was en mijn ouders dood!”
“Vertel, wat zou jij dan doen schat?”
“Nou, dan zou ik toch gewoon naar mijn tante gaan want daar kan ik ook áltijd terecht.”
Ik sluit haar in mijn armen. Kus haar kruintje. Ze heeft geen idee hoeveel haar woorden voor mij betekenen. Mijn huis en hart zullen altijd voor haar open staan. Wat fijn dat ze dat ook zo voelt.
Ik kan alleen maar hopen dat alle daklozen ook ergens een tante met een open deur, een warme maaltijd en een zacht bed hebben.
X Carlijn