“Dag mevrouw. We zouden graag een heel groot stuk willen. Alstublieft. Want het is een beetje feest.”
Mijn nichtje trekt haar schouders omhoog van spanning. Ze gniffelt met haar handjes voor haar mond.
“Durf jij dat zomaar te vragen?” Fluistert ze zacht maar net te hard.
“Ja hoor. Ik vroeg het toch heel netjes?”
Het scherpe mes snijdt door de appeltaart heen. Grote brokken deeg en appels vallen er af. Een immens groot stuk taart wordt op een bordje geschoven. Het past net.
“Danique, vraag jij om de slagroom?”
“Mevrouw. Ook graag slagroom. Heel veel graag alstublieft?” Bloedserieus gezichtje er bij.
De serveerster spuit een grote dot witte room naast de taart. Dat wordt smullen.
We rekenen af. Er steken twee vorkjes in de taart. De slagroom schudt heen en weer wanneer we lopen. We zoeken een plekje in het restaurant van de Intratuin in ’s Gravenzande. Kruipen naast elkaar. Nemen hapjes. Praten met volle mond. Hebben beiden een slagroom snor. We lachen. Giechelen. Hebben pret. Trekken gekke bekken en doen andere mensen na. Niet netjes maar wel leuk.
Nadat onze buikjes vol zitten ruimen we ons bordje op. Wassen onze plakkerige handen in de wc. Ze vouwt haar handje in de mijne wanneer we verder de Intratuin in lopen.
“Zullen we huppelen Danique? Van hier tot bij de auto.”
Weer dat lachje. Onbezorgd en schaterend. Daar gaan we. Grote hoge huppels. Na enkele minuten komen we hijgend aan bij de auto. Ze mag voorin. Op de stoelverhoger en een extra kussen. Het is tenslotte feest. Althans….dat maken wij er van. Zomaar een dinsdagmiddag na schooltijd maar wij kunnen van simpele uurtjes bijzondere feestjes maken.
Ze slaakt een diepe zucht. Moe van de gezelligheid. We draaien de weg op richting Naaldwijk.
“Weet je.” Begint ze voorzichting. Ze kijkt een beetje sip.
“Vertel lieverd…”
“Over een maand gaat mijn zusje ook naar school. Dan kom je ons allebei uit school halen. Betekent dat dat we dan nooit meer leuke dingen gaan doen?”
“Tuurlijk wel gekkie. Dan zijn jullie met zijn tweetjes dus gaan we twee keer zoveel leuke dingen doen.”
Ze slaakt een zucht van verlichting. “Gelukkig maar. Want ik wil dit voor altijd!”
Nu ben ik het die zucht. Een zucht van geluk.
x Carlijn