“Ik wil mijn moeder niet meer zien.” Ze laat een stilte vallen. “Ze was altijd aan het stoken tussen mijn zus en mij. Altijd jaloers. Als ik ruzie met haar had liep ze te slijmen bij mijn zus. Of andersom. Die eeuwige strijd ben ik meer dan zat.”
“Wat rot voor je. En nu? Heeft het je rust gegeven?” Vraag ik voorzichtig.
“Mwah, soms wel. Soms niet. Mijn zus is voortdurend nerveus en zegt dat ik het goed moet maken. Mijn moeder hangt het slachtoffer uit. Maar ja, als ik ze samen gearmd over de markt zie lopen steekt het mij wel. Dan wil ik daar ook bij horen.”
Mijn gedachten gaan naar mijn eigen moeder. Ik hoef niet te wensen of ik ergens bij mag horen. Ik vraag mij dat überhaupt nooit af. Het is een feit dat ik er bij hoor. Plots raak ik overspoeld door liefde voor mijn moeder.
“Misschien moet je je moeder en zus een sms’je sturen dat je ze mist, dat je van ze houdt?” Opper ik voorzichtig.
“Wie? Ik? Echt niet! Laat hun maar over de brug komen! Ik ben er klaar mee.” Het vuur spuwt uit haar ogen. Ze is kwaad. Boos. Maar voelt zich vooral in de steek gelaten.
Een leven zonder moeder of zussen. Ik kan het mij niet voorstellen. Vrienden zijn mij dierbaar maar een leven zonder familie voelt bijna geamputeerd. Alsof je identiteit is verdwenen. Mijn gedachten gaan naar mensen zonder familie. Zo aan het einde van het jaar ben ik altijd wat weemoedig. Ik denk aan ouders die hun kind verloren, verscheurd door verdriet na de aanslagen in Parijs. Aan vluchtelingen die hun dierbaren gezinsleden achter hebben moeten laten. Gebeurtenissen uit 2015 in een notendop. Hoe graag zouden zij die woordjes nog eenmaal willen zeggen?
Ik pak mijn telefoon en maak een sms’je voor mijn zussen en mijn moeder. Met mijn volledige aandacht type ik vier woorden:
Ik druk op verzenden. Ik stuur ze mijn liefde. Niet vluchtig, niet gehaast. Ik hoop dat ze mijn liefde voelen. Stiekem wens ik dat ook deze verdrietige vrouw haar moeder weer in haar armen zal sluiten. Vergeef en heb lief. Wie weet in het nieuwe jaar…..