Later als ik groot ben

Door Carlijn Willemstijn
donderdag, 4 januari 2018
2 reacties

“Wat wil jij later worden?”

“Schooljuf. Of K3.”

“Ik wil zuster worden. Of moeder. ”

Mijn nichtje en haar vriendinnetje zijn vrij van school. De juf heeft studiedag. Ik heb zojuist de tent opgezet op zolder. De meisjes spelen boven. Zo kan ik beneden nog wat werken. De babyfoon staat aan. Terwijl ik achter mijn computer zit vang ik hun gesprekjes van zolder op.

“Wanneer wil jij kinderen?”

“Als ik klaar ben met school.”

“Na groep acht of de grote school?” Ik buig dichter naar de babyfoon. Nieuwsgierig. Met ingehouden adem.

“Nee joh! Gewoon. Als ik verkering heb.”

Ik zit glimlachend (af) te luisteren. Geniet van hun blije kinderstemmetjes en hun dromen. Maar tevens snijdt het. Als jong meisje schreef ik uren in mijn dagboek. Onlangs las ik het terug:

‘….Later als ik dertig ben heb ik een belangrijke baan. Een huis met een zwembad. En ik heb twee kinderen. Mandy en Stijn.’

Godzijdank wist ik toen nog niet hoe mijn leven zou zijn als twintiger en dertiger. Het steeds weer inleveren van mijn dromen was zwaarder dan het chronisch ziek zijn. Zwaarder dan welke operatie dan ook. Willen bouwen aan je leven terwijl het steeds weer instort is verdrietig. Maakt ontzettend eenzaam. Levensfases overslaan of nooit bereiken. Kinderen. Reizen. Carrière. Stabiele relaties. Voor veel jonge chronisch zieken niet mogelijk.

Zij blijven steken….

Hypotheek afsluiten blijkt onmogelijk. Buiken blijken onvruchtbaar. Carrières niet bestand tegen voortdurende uitval. Een lichaam wat je niet kan vertrouwen. Een alles overheersende donkere leegte overvalt.

Ik heb mijzelf er doorheen geworsteld. Geduldig gewacht. Vijfentwintig. Dertig. Tweeëndertig. Vierendertig.

Eindelijk kon ik weer bouwen. De carrière kwam. Weliswaar onbetaald als vrijwilliger maar dat bleek mijn passie. Ik had weer een doel. De drang naar kindjes werd vervuld door neefjes, nichtjes en later door de lieve kindjes van mijn partner. En plots stond ik daar: Als stabiele volwassen en gelukkige vrouw.

De toekomstdromen uit mijn dagboek zijn flink bijgeschaafd maar alsnog uitgekomen.

“Als ik twee jongetjes krijg doe ik ze weg.” Hoor ik mijn nichtje zeggen. “Die ruil ik dan gewoon in voor twee meisjes.”

Ik moet hardop lachen.

‘Aha. Zo kan het dus ook. Had ik dat maar opgeschreven in mijn dagboek:

‘Later als ik groot ben, ruil ik alles wat ik niet wil gewoon weer in.’

Of was ik dan nooit geworden wie ik nu ben….?’

 

X Carlijn

Delen is Lief

2 reacties

  • Corry van der Spek

    Zo begrijpelijk en weer mooi beschreven stoere vrouw

  • Henk.lentz

    Ik ben iedere keer weer nieuwschierig wat je weer geschreven hebt , ik vind het knap hoe je er over praat en het opschrijft zo mooi om te lezen

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.