“Goedemiddag. Uw tante zou u heel graag weer eens willen zien.”
“Oke. Ja dat kan.” Zegt de volwassen nicht die ik aan de telefoon heb.
“Zou u het leuk vinden als ik met uw tante naar u toekom? Sinds ze in de instelling voor mensen met een verstandelijke beperking woont komt ze bijna nooit meer van het terrein af. Een uitje zal haar goed doen.”
“Tja dat kan wel ja. Misschien volgend weekend al? Komt u haar dan brengen en ophalen?” Het nichtje klinkt afstandelijk.
“Ik blijf liever bij het bezoek aanwezig als u dat goed vindt. De ene dag heeft Suus een betere dag dan de andere. Als ik zie dat haar energie op is gaan we weer weg.”
“Dat wil ik liever niet…”
“Wat bedoelt u?” Vraag ik verbaasd.
“Nou, dat u erbij blijft…” Zegt ze zonder schroom.
“Mag ik vragen waarom niet?” Durf ik rustig te vragen.
“Zoals u weet vindt mijn familie het maar niets dat mijn tante een mentor kreeg. En dan ook nog een mentor met een andere achtergrond. We zijn allemaal gelovig en u niet. Uw invloed is slecht op mijn tante.”
“Maar mevrouw,” begin ik rustig. “Ik heb het met uw tante nooit over het geloof en ik zal haar nooit iets opdringen of haar geloof of opvattingen veroordelen.”
“Ze is welkom maar dan graag afzetten en na twee uur weer ophalen. Ik moet nu de deur uit maar hoor nog wel hoe laat u tante komt brengen.”
We hangen op. Ik kijk verbouwereerd naar de telefoon in mijn handen.
Ik ben in dubio. Moet ik haar daar alleen laten? Terwijl ze zo aan mij hangt? Terwijl ik niet weet hoe ze wordt bejegend, waardoor ze van slag kan raken? Anderzijds kijkt ze zo uit naar een bezoekje aan haar nichtje.
Ik vraag hulp aan het aanspreekpunt binnen de woongroep van mijn cliënt.
“Absoluuuuuut niet gaan!” Zegt hij verbolgen.
“Niet wegens de positie van je cliënt maar wegens jezelf natuurlijk!”
Ik kijk hem verbaasd aan.
“Mijzelf? Stamel ik.
“Ja meis.” Zegt hij liefkozend. “Je bent mentor. Vrijwilliger. Je zet je belangeloos in. Bent er altijd voor haar. En dan mag je de woning niet in wegens een andere geloof! Ik zou nooit een stap over de vloer doen bij iemand die dat zegt terwijl je zoveel goeds doet voor haar tante!”
Hij heeft gelijk.
Door mijn rol als mentor en het denken in het belang van mijn client vergat ik mijn eigen gevoel. Dit is inderdaad wat ik ook voel. In zo’n positie laat ik mij niet drukken, hoe belangrijk het welzijn en belang van mijn cliënt ook is; er zijn grenzen. Mijn eigen grenzen die ik tegelijkertijd ook moet bewaken.
Ik bel nichtje af. Vraag of ze bereid is om zelf naar haar tante te komen in de instelling waar zij verblijft. Dat is ze niet. Eigenlijk zegt dat genoeg….
X Carlijn
1 reactie
Ellen Vos
Fijn Carlijn dat je ook een mooi blog hebt geschreven waarbij familie “betrokken” is. Voor een aantal mentoren zal dit ook herkenbaar zijn. Daarbij is de feedback van jouw aanspreekpunt ook heel fijn, zodat je je bewust werd van jouw eigen grens. Past allemaal heel mooi in thema “afstand -nabijheid” waar onze mentoren altijd mee te maken hebben. Dank je wel voor het delen