“Goedemorgen.” Zacht gefluister. De deur op een kier en zijn snoetje om de hoek.
Met één oog kijk ik naar mijn wekker. 05.18 uur. Zondag ochtend.
“Schaap is nog niet groen. Hoppa, terug je bed in.” Zeg ik slaperig.
De deur gaat weer dicht. Ik draai mij om, probeer verder te slapen. De wc wordt doorgetrokken. Zijn kleine, snelle voetjes op de gang. Ik hoor het trapje van zijn hoogslaper kraken. Een lange geeuw, dan is het weer stil.
Als ik net in slaap ben gaat de deur weer open.
“Schaap, mijn wekker, is denk ik stuk want hij is nog steeds rood.”
“Nee, het is gewoon nog steeds te vroeg. Schaap is rood als het nacht is, hij wordt vroeg in de ochtend oranje en groen als het zeven uur is en je er uit mag. Dus, nog even terug je bed in.”
“Maar ik kan écht niet meer slapen!”
“Dan ga je heel zachtjes iets voor jezelf doen.” Zegt zijn vader, inmiddels ook ontwaakt.
Weer zijn voetjes over de gang. Zijn bureau lampje gaat aan. Hij zoekt en schuift met van alles in een laadje. Geblader. Een pen die open wordt geklikt. Ik hoor alles. Herken alle geluiden. Vervolgens is het stil. Ik zak weer weg in een lichte sluimer slaap.
“Schaap is oranje en ik heb twee puzzels af.”
Daar staat ie weer.
“Oranje is niet groen!”
De deur gaat weer dicht. Ik moet plassen. Dus gaan ook mijn voetjes om 06.15 uur stilletjes over de gang. Muisstil zit ik op de wc. Plas zo zachtjes mogelijk want ‘Schaap de wekker’ is tenslotte nog oranje. Het is nog geen tijd om op te staan. Op mijn tenen sluip ik terug.
Met een uitbundige zwieper gaat zijn deur open.
“Haha, gesnapt. Ik hoorde je wel hoor!” Daar staat hij. Klaarwakker. Met het klappertjespistool op mij gericht. Een glimlach van oor tot oor en pretoogjes die zelfs op dit idiote tijdstip al oplichten.
Ik moet glimlachen.
“Trek je badjas maar aan.” Fluister ik zachtjes. “We gaan lekker naar beneden voor een ontbijtje en leuke film op tv.”
Een half uur later hoor ik DÉ bekende klik: Schaap de wekker is van oranje op groen gesprongen. Zijn oogjes zijn nu open. Wat een mazzel heeft dat Schaap. Hij kon uitslapen, ik niet. 😉