Je kijkt mij recht aan. Ik voel herkenning. Je hebt de oogopslag van je vader. De wangen van mij en zelfs de welving in je bovenlipje zoals ik dat vroeger had.
Mijn ogen stromen vol. Thierry grijpt mijn hand. Zonder woorden is ook hij geraakt.
Ons kindje. Ik herken je. Voel je zo sterk. Ik zie je maar je bent er niet. Je bestaat niet en hebt ook nooit bestaan. En toch ken ik jou en draag ik jou al jaren met mij mee.
Bizar….
Vijftien jaar lang was je mijn kindje in gedachten, zonder gezicht. Ik stoeide daar vroeger mee. Wilde weten hoe je er uit had gezien als je had bestaan. Tijdens mijn rouw en verwerking van mijn kinderloosheid en de pijn van mijn lege moederschoot lag ik mij nacht na nacht een voorstelling te maken van jou. Hoe zou je er uit hebben gezien? Hoe zou je oogopslag zijn, hoe zou je lachen, zou je mijn blauwe ogen, Thierry zijn wipneus en mijn opgetrokken lipje hebben?
Enkele jaren geleden nam ik afscheid van jou. Ik schreef in een brief dat ik je altijd met mij mee zou dragen maar dat het tijd werd om naar een veilig plekje in mijn hart te gaan met het deurtje wat dichter, zodat de rauwe rouw en het gemis wat minder intens werd. Dat werkte prima. Ik had tenslotte zoveel liefde te geven aan neefjes, nichtjes en later mijn bonuskinderen. Je hoeft geen moeder te zijn om kinderen in je hart te sluiten. Ook andermans kinderen kunnen daar terecht, naast jou….
Het kindje dat nooit geboren werd was zo sterk bij mij maar kreeg nooit een gezicht. Mijn ongewenste kinderloosheid werd een gegeven, een feit en de laatste jaren zonder gemis of pijn.
Tot vandaag…
Nietsvermoedend kwam ik vanmiddag thuis toen ik Thierry wat gespannen en ontdaan thuis aantrof.
“Schat.” Zei hij liefdevol. “Kom eens zitten. Ik zat wat te stoeien met Ai. Ik gaf Ai foto opdrachten. Vergeleek die met echt werk. Het bleek verbluffend goed.”
Tot zover niets geks. Als professioneel fotograaf is hij altijd bezig met fotografie en nieuwe ontwikkelingen.
“Kijk.” hij draait het computerscherm mijn kant op. “Ik gaf Ai de opdracht om een foto te creëren van hoe een kindje van jou en mij er uit zou hebben gezien. Ik deed het onbezonnen maar het raakt mij zo.”
Ik keek op het computerscherm. Een korrelig beeld van jou schiet recht mijn hart in. Jij, een niet-bestaand samengesteld Ai kindje, gebaseerd op onze gelaatstrekken en uiterlijke kenmerken. Niet bestaand maar toch zo echt want ik herken jou. Ik voel jou tot diep in mijn moederhart.
Je foto gaat veilig naar het plekje in mijn hart waar jij al jaren zit. Het is goed zo. Maar eindelijk krijg jij, mijn lieve ongeboren kindje, een gezicht. Want ook al besta je niet, ik herken je…..
Liefs Carlijn