Met de gieter in mijn hand loop ik de voortuin in. Vier kleine kindertjes komen op mij afgestormd en gaan in een cirkeltje, zwijgend om mij heen staan. Verwachtingsvol kijken ze mij aan, zo ook mijn vier jarige buurmeisje Amelia.
Wij hebben wat grappigs met elkaar. We sturen elkaar briefjes. Kaartjes. Kleine knutselwerkjes. En zo af en toe staat ze met een zelfgemaakt cakeje op de stoep; versierd met unicorns, glitters en hagelslag. De ene keer in haar pyjama en de andere keer in glitterjurk met Spaanse hakjes, voorzichtig schuifelend over de tegels zodat ze haar nek niet breekt. Ik hoor haar vaak over de schutting babbelen tegen de poes, de hond, haar ouders, haar poppen, de bloemetjes…eigenlijk tegen alles en iedereen. Haar mondje staat nooit stil.
“Dag Carlijnnnnn.” Terwijl ik de plantjes water geef staat ze om mij heen te dralen.
“Dag lieverd. Ben je lekker aan het buiten spelen?”
“Ja met mijn vrienden. We gaan zonder mama’s naar de speeltuin.”
“Wat leuk zeg en wat heb je trouwens een mooi horloge om.”
“Ja kijk!” Zegt ze trots. Ze duwt een hip groot roze exemplaar onder mijn neus wat wiebelt om haar kleine polsje.
“En ik kan er ook mee bellen!”
“Wauw, echt?”
“Ja echt! Naar mama en papa en naar oma.” Zegt ze stoer.
“Wat ontzettend handig. En wanneer ga je dan bellen?”
“Nou, als ik in de speeltuin ben.”
“En waarom bel je dan naar mama?”
Ze gaat parmantig met haar handjes in haar zij staan, gooit haar kinnetje wat in de lucht, laat even een verwachtingsvolle stilte vallen en zegt:
“Nou gewoon…..Als ik dorst heb.”
Ik barst in lachen uit. Had in gedachten al het opvoedkundige gesprek tussen moeder en dochter in mijn hoofd over ‘hoe om te gaan met het bel horloge’. Samen aan de keukentafel. Een gesprek over alle gevaren buiten ‘de veilige tuin’: Vallen van het klimrek, aangereden worden door een fiets, brandnetels in de bosjes tijdens het verstoppen, glurende mannen in lange regenjassen of simpelweg een grote schaafwond van de glijbaan. Zo’n soort gesprek is vast gevoerd maar voor Amelia niet aan de orde.
Terwijl ik nog wat na grinnik en mijn bloemetjes voorzien heb van water wens ik ze nog veel speelplezier en ga weer naar binnen. Ik zet een kop koffie, neem plaats in de achtertuin en sla mijn boek open als ik een vreemd geluid hoor. Een soort walkie talie ruis.
“Ja hallo Amelia” hoor ik de buurvrouw zeggen vanuit haar tuin.
“Halloooo mamaaaaaaa.” Gilt een kinderstemmetje in walkie talie geluid. Blijkbaar belt Amelia haar moeder vanuit de speeltuin.
“Kan je even komen? Rennend?”
“Wat is er dan?” Hoor ik moeder rustig zeggen. In gedachten zie ik haar al bloedend onder het klimrek liggen.
“Nou…. We hebben dorst. Je moet even drinken brengen.”
“Ja maar Amelia, ik kom toch niet rennend drinken brengen? Dan kom je toch gewoon even naar huis?”
Ik lach hardop. Met een glimlach van oor tot oor.
Wat heerlijk om vier jaar oud te zijn. Om je moeder te kunnen bellen als je dorst hebt en tien meter van huis verwijderd bent. Wat heerlijk om te denken dat dat de reden is dat je een bel-horloge hebt gekregen. Wat heerlijk als je wereld nog zo zorgeloos, klein en veilig is….
Carlijn
1 reactie
Miranda Eberhardt
O wat een heerlijk kind in het toch wij genieten er zo van en ze maak je vrolijk fijn om lieve buurvrouw te hebben carlijn ze heeft het altijd over jou gr oma van Amelia