Nooit meer?” Ik kijk haar aan. Met opengesperde ogen en ingehouden adem. In afwachting van haar antwoord.
“Laten we niet op de zaken vooruitlopen Carlijn.” Zegt de arts. “Maar voor nu denk ik inderdaad dat je chronische pijn in je bekken en billen niet meer over zal gaan.”
Ik val stil. Weet niets te zeggen.
Ik kwam bij deze dokter voor een second opinion. Twaalf jaar geleden onderging ik een rectumamputatie. Jaren daarvoor was mijn dikke darm al verwijderd en kreeg ik op tweeëntwintigjarige leeftijd een stoma. Bij de operaties werden ontstekingen verwijderd maar helaas kwam er blijvende zenuwpijn voor terug.
Ik wilde dat er na al die jaren nog eens werd gekeken of er verbetering mogelijk was; met een ingreep, met nog meer medicatie of wat dan ook. Maar na diverse onderzoeken is de arts duidelijk. De pijn zit er al twaalf jaar. Het is sensitisatie pijn in mijn brein geworden. Oftewel; de chronische zenuwpijn zit niet alleen in mijn kont maar ook opgeslagen in mijn hersenen. Die blijven vlammen. Dat zal niet meer overgaan.
Thuisgekomen plof ik lamgeslagen op de bank. Chaos in mijn brein maar bovenal de vraag: “Oké. Wat nu?”
In alle fases van mijn ziekte kon ik goed schakelen en vasthouden aan perspectief op beterschap. Ik verloor mijn betaalde baan, mijn kinderwens, mijn onbezorgde bestaan maar mijn enthousiasme en veerkracht brachten mij altijd verder.
Tot nu. Tot vandaag. Want even weet ik niet meer hoe ik moet schakelen na deze definitieve diagnose.
Ik tuur uit het raam. Zie de zon op het gras, de wind door de bomen.
‘Wat zou ik graag, net als vroeger, mijn kop even leeg willen maken op de fiets.’ Schiet er in mijn gedachte. Maar ook dat lukt helaas niet meer. Pijnvrij fietsen is al jaren niet meer mogelijk door de druk van het zadel op mijn kont.
‘Als dat nu eens anders kon, dat zou al zoveel schelen…’
Zo mijmer ik verder en sla vervolgens aan het Googelen. Een half uur later zit ik, net als eerder die dag, met ingehouden adem en opengesperde ogen. Deze keer niet vol spanning maar juist vol verwachting.
Voor mij op het computerscherm staat een Lopifit.
Een elektrische loopbandfiets. Een soort grote step maar dan met een loopband. Wel een stuur maar geen zadel. Met een wandeltempo van vijf kilometer per uur over de loopband kan je een snelheid van vijfentwintig kilometer bereiken. Geen druk op rectum, billen, buik, stoma of kont want je hoeft niet te zitten.
“Dit is het!” Zeg ik zachtjes. Ik schiet omhoog, ren naar mijn man in de tuin en roep uit: “Dit wil ik! Dit is mijn oplossing!”
Inmiddels zoef ik met veel plezier en zonder pijn door de duinen, langs de kassen en de velden. Waar ik ga, gaat mijn Lopifit. Met de wind in mijn haren en de zon op mijn snoetje doe ik weer mee. Weliswaar niet genezen maar met herwonnen levenskwaliteit dankzij mijn Lopifit. Dat is wat telt!
Groetjes Carlijn