Pruillip

Door Carlijn Willemstijn
vrijdag, 23 juli 2021
3 reacties

“Woon jij hier?” Zijn stralende ogen kijken mij aan. Ik glimlach.

“Ja ik woon hier. En jij?”

Ik neem plaats op de schommel naast hem. Met het ijsje in mijn hand probeer ik te schommelen. Mijn vriend en zijn twee kinderen klauteren het klimtoestel in.

“Nee ik woon hier niet echt. Maar soms wel een beetje.” Ik kijk opzij. Zie zijn te dikke buikje onder zijn shirt uitkomen en zijn oren steken guitig opzij.

“Vertel. Hoe zit dat?” Zeg ik uitdagend terwijl ik mijn benen op de schommel omhoog zwiep.

“Nou. Mijn moeder en ik wonen in Woerden. En mijn vader en bonusmoeder wonen hier.”

“Hé wat leuk. Dat is toevallig.” Zeg ik olijk. “Ik ben ook een bonusmoeder!”

“Echt? Zijn dat niet jouw kinderen?”

Hij wijst naar de twee blonde aapjes die bovenop het speeltoestel van hun ijsje genieten.

“Dat zijn mijn bonuskindjes. Maar ik noem ze eigenlijk altijd mijn kadootjes want ik kreeg ze er als kadootjes bij toen ik verliefd werd op hun papa.”

“Vind je ze aardig…?”

Ik schrik en verbaas mij over de vraag.

“Ja heel aardig maar waarom vraag je dat?”

“Hhhmmm.” Hij kijkt naar de grond. Stopt met schommelen. De schommel komt treurig tot stilstand. Ik stop ook en zet mijn voeten op de grond. Kijk het jochie, hooguit tien jaar oud afwachtend aan.

“Vertel. Wat zit je dwars, vriend?”

“Jij bent een hele andere bonusmoeder dan die ik heb. Mijn moeder háát mijn bonusmoeder en mijn bonusmoeder háát mijn moeder. Mijn bonusmoeder vindt mij lastig. Ze stuurt mij altijd naar buiten maar ik zie mijn papa maar af en toe en dan wil ik ook graag binnen bij papa zijn.”

Ik houd mijn adem in. Wat een verdriet in dit relaas.

“Wat super vervelend voor jou. Doe je soms wel iets leuks alleen met je papa?”

“Nee. Papa is heel vaak moe. En als we samen weggaan vindt zij dat mijn halfbroertje ook mee moet. Maar dan krijg ik altijd de schuld als er ruzie komt.”

Zijn woorden en emoties denderen door in mijn lijf. Het zoontje van mijn vriend is er bij komen staan en luistert met open mond mee. Grijpt stilletjes mijn hand.

Donkere wolken pakken zich samen boven ons hoofd. De eerste druppels vallen.

“Kom.” Roept mijn vriend vanaf de andere kant van de speeltuin. “We gaan!” Hij heeft het gesprek niet meegekregen dus voelt mijn dubio niet.

Wat moet ik nu? Zomaar weglopen na dit verhaal? Het liefste sluit ik hem in mijn armen, neem hem mee voor een leuke logeernacht bij ons thuis en overlaad hem met positieve gevoelens. Maar dat kan niet.

“Ik moet gaan kanjer. Maar hopelijk wordt het snel wat fijner voor je als je hier bent en heb je nog een leuke schoolvakantie met je mama. Misschien zien we elkaar nog eens?”

De regendruppels spatten uiteen op de grond. We rennen naar huis, komen doorweekt thuis. Maar de rest van de avond raak ik het rotgevoel niet meer kwijt. Zie weer dat jochie voor me op de schommel met zijn karakteristieke oortjes en zijn pruillip. Ik houd mijn ‘kadootjes’ stevig vast en kan alleen maar hopen dat zijn situatie ook heel snel beter wordt…

X Carlijn

Delen=Lief

3 reacties

  • Niet te begrijpen. Ik heb ook plusdochter met mijn vrouw. Daar kies je toch voor? Het is een totaalpakket, vrouw én dochter, en ik zou allebei mijn nieren met plezier afstaan mocht ze ze onverhoopt ooit nodig hebben.

  • Niet te begrijpen. Ik heb ook plusdochter met mijn vrouw. Daar kies je toch voor? Het is een totaalpakket, vrouw én dochter, en ik zou allebei mijn nieren met plezier afstaan mocht ze ze onverhoopt ooit nodig hebben.

  • Wat een verdriet en voor hoeveel kinderen

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.