In goed vertrouwen

Door Carlijn Willemstijn
zaterdag, 30 januari 2021
0 reacties

‘Bent u Carlijn de vertrouwenspersoon?’

‘Dag Amy. Wat bedoel je precies?’

Ik klik het Messenger chat venster open op mijn scherm zodat het groter wordt.

‘Ik denk dat ik een andere Carlijn bedoel.’

‘Bij mijn vrijwilligerswerk ben ik vertrouwenspersoon. Kan ik iets voor je betekenen?’

‘Nee hoor laat maar. Sorry dat ik u heb gestoord.’

Ik klik het gesprek weg. Het spookt nog even door mijn hoofd maar al snel raak ik afgeleid door mijn stiefkindjes die mijn aandacht opeisen. We zitten tussen Sinterklaas en Kerst in. Ze zijn niet te houden. Stuiteren van energie.

’s Avonds, als de kids op bed liggen vertel ik mijn vriend Thierry over het vreemde bericht op Messenger. Een onbekend meisje, genaamd Amy vroeg of ik vertrouwenspersoon was. Waarschijnlijk zocht ze ene Carlijn, een vertrouwenspersoon van school. Op haar profielfoto zag ik een meisje van een jaar of dertien. We schenken een wijntje in. Weer raakt het naar de achtergrond van ons gesprek. Alle aandacht gaat naar de reclame campagne van Panty Pushers, een pantymerk voor goede doelen waarvoor ik vandaag, als ambassadeur veel in de media was met pikante en gedurfde foto’s. Alles voor het goede doel. Geld ophalen voor medische hulpmiddelen. Iedereen die mij een beetje kent weet dat ik mensen die het minder hebben of die een zorgvraag hebben graag help.

Exact twee weken later, 28 december 2020, krijg ik weer een berichtje van Amy.

‘Ik weet dat u niet de Carlijn bent die ik zoek maar bent u wel vertrouwenspersoon?’

Ik leg uit wie ik ben. Vertel wat voor werk ik doe bij patiëntenverenigingen en als mentor en vraag of ik haar kan helpen.

‘Misschien wel. Als ik naar de huisarts ga met een geheim… vertelt hij dat dan aan mijn moeder?’

Ik denk er even over na. Google het snel. Zeg vervolgens dat, zolang zij niet in gevaar is voor zichzelf of een ander, hij beroepsgeheim heeft maar dat ik dat niet kan garanderen. Mijn radartje gaat uit. Een onbehaaglijk onderbuikgevoel steekt de kop op. Voorzichtig stel ik wat vragen. Nog voorzichtiger geeft zij antwoord. Na een uurtje chatten komt het hoge woord er uit.

Ze is bang. Iemand heeft aan haar gezeten. Nee, hij is niet net zo oud als zij. Ja, hij is veel ouder. Nee hoor niet haar vader want die kent ze niet. Het is haar stiefvader. En oja, het was niet de eerste keer.

Mijn hart in mijn keel. Stik nerveus raak ik verder in gesprek met dit meisje dat zich Amy noemt. Ik vraag. Zij antwoordt. Maar nog vaker vertel ik veel en antwoordt zij maar weinig. Bang. Doodsbang dat ik iets zal zeggen tegen iemand. Ik beloof dat ik mijn mond zal houden maar nog diezelfde avond, zodra de kinderen op bed leggen laat ik alles aan mijn vriend lezen.

Ook hij is in shock. Wie is dit meisje? Wat brengt haar bij mij? Zwijgend zitten we naast elkaar. Lezen keer op keer dat ze het aan niemand durft te vertellen omdat ‘hij’ heeft gezegd dat hij haar broertje mee zal nemen als ze het ooit aan iemand vertelt. Broertje is een kind van haar moeder en stiefvader.

Die nacht lig ik te woelen in bed. Kan de slaap niet vatten omdat ik constant de vage profielfoto van Amy voor mij zie. Een klein fotootje van een meisje met een gitaar. Onscherp maar overduidelijk een kind. Om 04.00uur komt er een chat berichtje binnen op mijn telefoon.

‘Vertelt u echt niets mevrouw? Ik ben zo bang.’

Ik besluit te wachten tot de volgende ochtend maar al voor 8 uur heb ik haar geantwoord dat haar geheim veilig is bij mij maar dat het beter is als ze het wel aan iemand vertelt. De mentor. Een buurvrouw. Een tante. Ze durft het niet. Bang dat ze het aan haar moeder gaan vertellen en bang dat stiefvader haar broertje vervolgens meeneemt waardoor iedereen ongelukkig is en dat dat dan haar schuld is.

We chatten verder. Ze zegt dat het haar eigen schuld is. Ik vertel dat zij nooit, echt nooit schuldig is aan het misbruik dat hij pleegt. Leg uit wat seksueel misbruik en het machtsmisbruik precies inhoud. Zeg dat alle daders dreigen.

Voordat ik het weet zijn we uren verder. Ze laat steeds meer los over zichzelf. Over haar gezinssituatie en mondjesmaat ook steeds een beetje meer over het misbruik. Ze is veertien jaar, bijna vijftien. Ze woont in Gelderland met haar moeder van 35, haar stiefvader van 45 en haar kleine broertje van 5. Ze is dol op haar kat en houdt van tekenen. Ze zit in 3VWO maar haar schoolresultaten gaan door het misbruik en het thuisonderwijs hard achteruit.

‘Als mama naar haar werk is gebeurt het meestal. Dan drinkt hij meer biertjes. Vaak al overdag. En nu mama door de Corona extra veel werkt als verpleegster in het ziekenhuis gebeurt dat steeds vaker.’

‘En waar is je broertje dan?’

‘Meestal gewoon thuis. U denkt natuurlijk dat er dan niks kan gebeuren? U gelooft het zeker niet?’

Ik kalmeer haar. Sus haar. Zeg dat ik haar geloof omdat ik weet dat misbruik in alle hoeken van het huis en in alle situaties plaats kan vinden. Ook in de keuken als de rest van het gezin in de woonkamer is. Ik vraag of haar moeder niet iets in de gaten heeft.

‘Nee zij denkt dat we nog aan elkaar moeten wennen. Dat ik gewoon jaloers ben omdat ik al die jaren alleen met mijn moeder ben geweest. Ze denkt dat ik gewoon puberaal doe. Dat dat het is.’

Keer op keer bespreek ik met haar dat het echt beter is als haar moeder dit weet. Tussendoor Google ik haar naam: Amy D. noemt ze zichzelf. Wie is Amy? Waar woont ze? Op snapchat, Insta en Facebook vind ik vele vrouwen die Amy D. heten maar geen meiden van 14.

Tot ‘s avonds laat chatten we. Mijn vriend leest mee. Houdt mij scherp. Stelt de juiste vragen en heeft net zo met haar te doen als ik. Ik lig in het donker te woelen. Pieker over dit eenzame meisje en haar verdrietige situatie.

‘Vraag anders eens advies aan de moeder van Fleur en Tom?’ Adviseert hij.

Fleur en Tom zitten bij mijn stiefkinderen op school. Hun moeder, Sarah, werkt bij de zedenpolitie. Zij kan mij inderdaad als geen ander adviseren. Dit bespreek ik ook met Amy. Ik vertel dat ik een kennisje heb bij de afdeling zeden. Dat ik haar eens, zonder haar naam te noemen, kan vragen wat de zedenpolitie voor haar kan betekenen. Ze is bang maar stemt in. Een pak van mijn hart.

Sarah vertelt over de opties die ik heb maar zegt er ook duidelijk bij dat met alle informatie die ik vertel zij iets moet doen. Dus hoe meer ik vertel hoe groter de kans dat zij door moet pakken. We houden het dus bij de opties die ‘iemand’ heeft als er sprake is van seksueel misbruik.

Ik koppel het terug aan Amy. Ze gaat er over nadenken maar het maakt haar ook bang. Ondertussen pieker ik in de nachtelijke donkere uren over wat Sarah heeft gezegd. Ik ben als burger op de hoogte van een strafbaar feit waarbij een kind in gevaar is. Het is mijn burgerplicht daar iets aan te doen.

Wat een tweestrijd. Amy haar vertrouwen ben ik langzaamaan aan het winnen. Ze weet mij dagelijks te vinden. Deelt haar verdriet en angst. Maar ook steeds vaker haar letterlijke pijn en walging als hij weer niet met zijn poten van haar af kan blijven.

Na een week durf ik haar de vraag te stellen die al zolang op mijn toetsenbord brandt.

‘Wanneer is het misbruik begonnen? Zou je mij dat willen vertellen?’

‘Ik weet het niet precies maar ik denk nadat mijn broertje was geboren. Ongeveer vier jaar geleden.’

Snel reken ik terug. Kippenvel over mijn hele lijf. Amy was toen elf. Net zo oud als mijn stiefdochter. Een meisje. Een kind.

‘Mag ik u anders even bellen mevrouw?’

Plotseling gaat mijn telefoon. Via de chat functie van Messenger komt er een spraakoproep binnen. Ik hoor haar fluisteren.

“Dag mevrouw. Met Amy. Ik durf het niet te zeggen.”

“Wat durf je niet te zeggen?”

“Ik weet het niet mevrouw. Het is zo moeilijk.”

Stilte.

“Ik wacht wel Amy. Neem je tijd. Waarom wilde je mij bellen? Wat wil je vertellen?”

“Ik durf het niet mevrouw.”

Dan hangt ze op.

Later die week belt ze nog een keer. Weer hangen we zeven minuten aan de telefoon. Zij huilend. Stamelend. Een meisje in nood die alleen maar durft te fluisteren omdat ze bang is dat haar stiefvader haar hoort.

Ik doe geen oog meer dicht. De nachtelijke chat berichtjes volgen elkaar in rap tempo op. Ieder uur wordt er iets door haar verstuurd en vervolgens ook weer verwijderd. Flarden van haar gedachtes. Haar angst. Haar eigen, vaak puberale stompzinnige, oplossingen om het misbruik te stoppen.

‘Als ik nou gewoon een schoolniveau zak naar de havo dan heb ik eerder mijn diploma en dan kan ik eerder uit huis en dan stopt het.’

‘Als ik nou een creditcard aanvraag en daar online mee ga gokken dan denkt mama dat hij dat heeft gedaan en dan maakt ze het vast wel uit.’

Ze heeft ideeën te over maar de enige juiste oplossing: Het vertellen aan mama, durft ze niet.

‘Mevrouw, ik heb mama ruzie horen maken met hem. Ik weet niet precies wat er is gebeurd maar hij krijgt nog maar één kans zegt mama. Hij heeft met de auto een ongeluk gemaakt bij de Albert Heijn ofzo en mag de supermarkt niet meer in. Hij had gedronken en deed toen agressief tegen de politie. Ik weet het niet precies. Maar ik hoorde mama echt zeggen dat hij nog maar één kans krijgt. Als dat dus niet goed gaat hoef ik misschien niets te zeggen en dan stuurt mama hem zelf weg. Dan is het ook opgelost.’

Niet alleen zij maar ook ik ga er aan kapot. Ik sta met haar op en ga met haar naar bed. Letterlijk aan mijn telefoon vastgeketend.

Als er weer een week is verstreken met honderden berichten en we inmiddels in januari 2021 zijn beland stuur ik haar mijn telefoonnummer.

‘Zou je mij willen whatsappen? Dat is voor mij wat makkelijker en veiliger i.p.v. de chat functie op de  computer die open op de eettafel staat.’

Ze begrijpt dat en stuurt direct een whats appje. En dan is het hek van de dam.

Haar vertrouwen is blijkbaar gewonnen. Nog steeds is ze bang. Nog steeds durft ze aan niemand iets te vertellen maar wel aan mij. Alle smerige gore feiten worden mijn telefoon in gestamd. Hij deed het eerst met zijn vingers maar dat deed pijn. Nu doet hij het ook met zijn tong. ‘daar bij haar beneden.’ En terwijl ze het echt niet wilde reageert haar lichaam er wel op. Ze vindt zichzelf vies en een hoer want het was soms ook een beetje een fijn gevoel.

Wat heb ik met haar te doen. Haar lichaam reageert. Daar kan ze niets aan doen. Dus weer leg ik uit dat hij hier schuldig aan is. Hij is fout. Hij is de misbruiker. Zij het slachtoffer. Dit komt niet door haar. Zij is een mooie jonge meid en hij maakt daar misbruik van.

Ze is niet mooi zegt ze. Dan voel ik een ingang.

‘Zou ik dan eens een foto van je mogen zien?’

‘Oké maar dan haal ik hem daarna wel gelijk weer weg.’

Mijn hartslag neemt toe. Met mijn hand bij de screenshot knop wacht ik af. Twee minuten worden er vijf en vervolgens acht. Dan in een flits is daar haar foto en maak ik een afdruk. Net op tijd want een luttele seconde later is de foto alweer verwijderd.

Ik kijk snel bij mijn fotogalerij en dan kijkt ze mij aan: Amy.

Bruin haar. Bruine ogen. Blanke huid. Een hele voorzichtige glimlach maar bovenal een verlegen beschadigd meisje. Tranen prikken achter mijn ogen.

‘Dag Amy’, fluister ik tegen de foto. ‘Daar ben je dan. Ik beloof je dat ik je zal helpen….’

Ik maak haar een complimentje dat ze er wel mooi uit ziet. Stuur haar wat foto’s van mijzelf en zelfs van mijn gezin. Alles om haar vertrouwen nog meer te winnen. Steeds vaker hebben we het voorzichtig over de opties van een aangifte. Via de zedenpolitie, via de vertrouwenspersoon op school of gewoon samen naar moeder om het te vertellen. Dag en nacht appen we er over. Dag na dag, week na week.

En dan is er paniek. Half januari.

‘Sorry dat ik niet heb geappt vandaag maar ik was in het ziekenhuis vannacht. Mijn stiefvader deed zo ruw. Had weer gedronken. Hij draaide zo hard aan mijn arm en zei: ’Blijf nou verdomme eens stil liggen’ en toen ging mijn schouder weer uit de kom. Dat is wel eens vaker gebeurd maar het deed zo zeer. ‘Dat krijg je er nou van als je niet stil ligt, ’ zei hij. Toen ging hij boos naar beneden. Mama kwam ‘s nachts pas thuis want ze had nachtdienst. Ik riep haar en zei dat ik gevallen was van het trapje in mijn kamer. Ze zag mijn schouder en toen zijn we naar het ziekenhuis gereden. Mama deed heel lief voor mij. Nu heb ik weer een mitella. Gelukkig hoef ik niet naar school en heb ik online les.’

De rest van de dag ben ik nerveus, gespannen en voel ik mij geïrriteerd. Hij wordt agressief. Wat is de volgende stap?

‘Amy?’ App ik haar die avond. ‘Je hoeft hier geen antwoord op te geven maar ik wil dit graag weten i.v.m. de kans op zwangerschap. Penetreert hij je ook met zijn geslachtsdeel?’

Ze typt. Wel vijftien minuten lang. Stopt met typen en gaat weer verder. Ik verwacht een heel verhaal en wacht vol spanning wat er gaat komen.

‘Ik durf het niet te zeggen.’ Verschijnt er slechts in mijn scherm.

‘Je weet dat je het aan mij kunt schrijven.’

‘Eerst deed hij het alleen met zijn handen. Nu lig ik op mijn buik en draag geen kleren. Ook hij heeft dan geen kleren. Ik lig dan op mijn buik en dan voel ik dat hele vieze zo langs daar beneden lopen. Sorry. Sorry hoor want het is zo goor. Maar ik weet niet of ik dan zwanger kan worden. Ik ruik het dan ook. Steeds ruikt het dan zo vies.’

Ik sus haar. Zeg dat zij hier niets aan kan doen. Hij is schuldig. Hij is fout. Zij niet.

‘Ik denk dat het ook een beetje door mij kwam deze keer.’

‘Dat moet je niet zeggen Amy want dat is niet zo.’

‘Maar ik denk het wel want ik had een rood slipje aan. Met een rood slipje daag je het wel zelf een beetje uit toch?’

Die nacht dreunen weer al haar woorden door mijn hoofd. Zie voor mij hoe een doodsbang meisje in eenzaamheid en angst moet leven. Ze voelt geen aansluiting meer bij haar vriendinnen heeft ze mij verteld. Niet alleen door de Corona maatregelen maar haar vriendinnen hadden het ook steeds over jongens en daar heeft ze niets mee. Ze vindt jongens een beetje eng. Aan haar familie en oma durft ze niets te vertellen. Ze is eigenlijk altijd thuis. Of in de bibliotheek van school. Maakt haar huiswerk en houd van tekenen en haar kat. Soms gaat ze met een vriendin naar de stad maar door Corona eigenlijk ook niet meer. Plotseling stuurt ze mij een mooie tekening die ze heeft gemaakt van haar kat.

Ik vraag welke stad maar ze durft het niet te zeggen. Slechts een keer heeft ze laten ontglippen dat haar moeder in het ziekenhuis van Harderwijk werkt. Dat haar stiefvader daar ooit haar patiënt was en dat ze daarna verliefd werden.

‘Amy, we appen nu al een maand. Zou ik je iets mogen vragen?’

‘Ja hoor tuurlijk mevrouw.’

‘Is Amy D. je echte naam?’

‘Amy is wel mijn eigen voornaam maar D. is mijn moeders meisjesnaam.’

De moed zinkt mij in de schoenen. Vandaar dat ik haar nergens heb kunnen vinden. Wat moet ik nu?

Die avond, als ik voor het eerst sinds al die weken huilend en overstuur onze whatsapp geschiedenis zit terug te lezen neem ik een besluit. Ik moet Sarah morgen bellen. Ik kan dit niet oplossen. Amy is zo doodsbang; zij gaat niets vertellen aan haar moeder of de politie dus het is mijn burgerplicht om melding te doen van alles wat ik weet. Amy moet haar onveilige thuissituatie uit en wel onmiddellijk.

Als ik, na de zoveelste slapeloze nacht Sarah bel begrijpt ze mijn emoties en dubbele gevoel met weinig woorden.

“Je verlinkt haar niet, je helpt haar juist.”

“Maar ik ben op dit moment de enige die ze vertrouwt en dat vertrouwen ga ik breken.”

“Precies. Maar wel om haar te helpen.” Zegt Sarah rustig, precies zoals ze is.

Ze vraagt mij om van alle chatgesprekken, foto’s en whats app conversaties een document te maken en naar haar politie mailadres te mailen. Een document van maar liefst 33.000 woorden gaat die dag naar het mailadres van afdeling zeden.

‘Carlijn. Alles is binnen. Kom je vanavond 19.30 uur naar het politiebureau? Mijn collega en ik zullen je daar opwachten. Het eerste gesprek is puur informatief. Daarna kun je alsnog besluiten of je aangifte wilt doen.’

Met de bibbers in mijn benen vertrek ik die avond naar het bureau. Sarah en Ellen hebben alles gelezen. Beiden zedenrechercheurs. Ook zij maken zich zorgen om de veiligheid van Amy. Haar telefoonnummer is inmiddels door de databank heen gehaald maar het betreft helaas een pre paid nummer waardoor ze haar niet kunnen traceren. Haar naam blijkt fake, maar dat wist ik al. De geboortedatum die Amy mij heeft gegeven geeft geen match.

Dit meisje schreeuwt om hulp maar blijkbaar wil ze niet gevonden worden.

En, waarschuwt de politie mij, er is ook nog een kans dat ik gigantisch word bedonderd. Dat dit een misselijk makende grap is van iemand. Of een schreeuw van aandacht van een mentaal ziek persoon. Iemand die jaloers is op mijn succesvolle columns, mijn vrijwilligerswerk of het feit dat ik regelmatig in de media kom. Het eerste bericht van Amy kwam namelijk binnen op de dag dat ik veel in de media was geweest wegens de reclamecampagne van Panty Pushers. Zoals het er nu naar uit ziet is het niet nep, dit meisje is écht in nood, maar de politie vindt het ook wel erg toevallig dat Amy zo moeilijk te traceren is. Ze wilt blijkbaar echt niet gevonden worden maar hoe weet zij zó goed hoe zij onvindbaar kan blijven? Heb ik lastige exen, collega’s die zich opdringen, ruzie met buren, heeft mijn vriend gedoe met mensen die via deze weg willen irriteren? Het overdondert mij dat ook dát een optie kan zijn.

We maken een plan. Als ik haar emailadres weet te ontfutselen kan de politie haar IP adres achterhalen. Dan weten we van welk adres zij mailt en kan er gericht een plan van aanpak worden opgezet.

“Hoe zou dat er dan uit kunnen zien?” Vraag ik voorzichtig omdat ik niet wil dat het voor Amy nog moeilijker gaat worden dan het nu al is.

“Dan kunnen we haar opwachten op school. Meenemen voor een gesprekje. Dan zeggen we dat we ons zorgen maken om haar veiligheid. Uit ervaring kunnen we uit haar reactie aflezen wat er speelt. We moeten Amy uit haar thuissituatie halen als haar stiefvader haar inderdaad misbruikt. Als er voldoende bewijslast is om hem op te pakken doen we dat en dan kan Amy terug naar huis. Als dat nog niet het geval is omdat er eerst een onderzoek moet volgen brengen we Amy ergens anders onder; het liefste bij familie of anders een tijdelijk gezin dat  om kan gaan met dit soort situaties.”

Mijn hart krimp in één. Amy is al zo bang dat haar gezin uit elkaar wordt gehaald maar dat gaat hoe dan ook dus gebeuren. Het misbruik heeft haar familie al verscheurd maar als ze aangifte doet gaat het gezin écht uit elkaar en ik ween nu al mee om die gedachte, ook al weet ik natuurlijk dat dit het beste voor haar is.

“Gaat het Carlijn?” Vraagt Sarah die mijn emoties opmerkt.

“Ik voel mij zo rot. Het voelt alsof ik haar verlink terwijl ik steeds heb beloofd dat ik niets zou zeggen.” De emoties krijgen de overhand. Ik laat mijn tranen de vrije loop.

“Weet je. Soms overstijgt de burgerplicht het vertrouwen. Hoe moeilijk dat ook is. Dit is het juiste…”

We nemen afscheid. Ik krijg twee weken bedenktijd om te beslissen of ik aangifte wil doen of niet. Als ik besluit aangifte te doen start de officier van justitie een onderzoek. Mijn gevoel zegt dat ik haar moet helpen en dat kan alleen bij het doen van aangifte. Mijn besluit staat eigenlijk al vast. Eerst haar emailadres achterhalen, daarna aangifte doen.

‘Lieve Amy. Sorry dat ik vandaag niet heb gereageerd op je berichtjes. Ik was wat druk met werk, mijn gezin en het thuis onderwijs geven aan mijn stiefzoontje. Daar gaat eigenlijk ook dit berichtje over. Omdat ik begaan met je ben kijk ik de hele dag op mijn telefoon om te zien of je al hebt geappt en hoe het met je gaat. Ik maak mij zo’n zorgen om je. Maar het geeft ook onrust dat ik dag en nacht met mijn telefoon bezig ben. Zoals je weet heb ik niets over jou aan mijn vriend verteld maar ook hij vraagt inmiddels waarom ik zo vaak op mijn telefoon kijk. Zou het een idee kunnen zijn als we gaan mailen, en dan 1 of 2 keer per dag zodat het niet de hele dag doorgaat? Dan kunnen we elkaar langere brieven schrijven en dan kan ik met echte oprechte aandacht meedenken over een oplossing in plaats van snel tussendoor. Hoe denk je daar over?’

‘Bedankt voor uw berichtje mevrouw. U heeft eigenlijk wel gelijk. Ik kijk ook de hele dag op mijn telefoon. Sorry dat ik u steeds zo lastig val terwijl u werk en een gezin heeft. Dat heb ik niet en zelfs ik ervaar het ook zo.’

“Oké Amy. Wil je mij dan mailen op Carlijn@mentorschap? Je hebt mij ooit benaderd met de vraag of ik vertrouwenspersoon ben. Een vertrouwenspersoon draagt oplossingen aan en werkt met de client naar een plan van aanpak. Ik heb je al zoveel oplossingen of plannen aangedragen maar je bevriest steeds en onderneemt uit angst helemaal niets. Daarom moet ik het afbakenen voor mijzelf en voelt mailen prettiger. Ik hoop dat je dat begrijpt.”

Ze typt. Heel lang. Dan stopt ze weer om vervolgens weer te gaan typen. De minuten verstrijken. Ik wil naar bed. Ben doodmoe van alle emoties van vandaag en het bezoek aan het politiebureau maar ik kan haar nu ook niet laten stikken. Mijn vriend poetst alvast zijn tanden, geeft een kus.

“Ik snap dat je er voor haar wilt zijn maar denk ook aan je eigen rust en gezondheid he?”

Hij gaat alvast naar bed. Ik snap hem wel. Mijn gezondheid is niet denderend. Door mijn stoma en medicatie heb ik beperkte energie dus ik heb mijn rust hard nodig, vooral tijdens deze vermoeiende lock down dagen, maar ik kan Amy ook niet laten stikken. Ik ben op dit moment de enige die ze heeft.

‘U denkt misschien dat ik niets doe maar ik ben niet helemaal eerlijk geweest. Ik heb al eerder hulp gevraagd maar ik durfde niet door te zetten.’

Dan stuurt ze mij een foto van een schermafbeelding van haar telefoon. Een schermafbeelding van een whats app gesprek tussen haar en de vertrouwenspersoon van school met de datum van 20 September 2020. Vier maanden geleden.

‘Mevrouw, U bent de vertrouwenspersoon van school toch? Mag ik u wat vragen? Dat is vertrouwelijk toch?’

‘Ik zal je straks een berichtje sturen. Ik ben nu op een verjaardag.’

Paar uurtjes later:

‘Kan ik je even bellen ? Je hoeft niets te zeggen. Ik praat wel.

Diezelfde avond. Waarschijnlijk na het telefoongesprek:

‘Dag mevrouw. Ik doe het toch maar niet. Dus ik kom morgen niet… Sorry.’

‘Oke, je kan altijd komen praten. Ik zit elke dag in lokaal 12.’

En zo gaat het gesprek door. Maar het leidt tot niets.

Ik ren naar boven.

“Thierry het is echt. Kijk dan. Zie je. Het is gewoon wel echt. De politie zit er naast. Amy is echt in nood. Kijk dan. Dit gesprek. Ze wilt wel hulp maar ze weet niet hoe door te zetten.”

Weer moet ik huilen. Vooral uit frustratie. Hoe vinden we haar? Weer komt er een whats appje binnen.

‘Ik durfde niet naar haar toe mevrouw. Ik was zo bang dat ze gelijk naar mijn moeder zou gaan. En dan zouden we mijn broertje niet meer zien. Want sorry mevrouw maar ik ben niet helemaal eerlijk geweest. U vraagt steeds waarom ik zo bang ben en dan zeg ik dat niet altijd eerlijk maar er is nog een beetje meer…. ‘

Ooh God, nog meer? Denk ik bij mijzelf.

‘Zoals je weet kan je alles aan mij vertellen Amy. Ik weet dat het moeilijk is maar begin maar gewoon bij het begin. Stapje voor stapje.’

‘Nou. Ik heb u toch verteld dat hij geen werk meer heeft en nu altijd thuis zit. Hij deed ook een beetje fout werk eerst. En heeft ook foute vrienden waar ik dus bang voor ben. Hij was eerder getrouwd en toen ging zijn vrouw vreemd met de buurman en toen heeft hij ook die vrouw opgesloten ofzo. Ik weet het niet precies. Maar ik ben een keertje mee geweest en ik moest toen in de auto wachten en het was iets met drugs ofzo. Dan haalt en brengt hij dingen. Ik weet het niet precies. Maar omdat hij dus foute dingen doet ben ik bang voor wat hij doet als ik het vertel. En het is niet altijd heel erg. Het gebeurt ook niet iedere dag. Als hij dit ene niet doet met mij is hij ook echt heel vaak heel aardig enzo.’

‘Tuurlijk Amy. Ieder mens kan aardig en lief zijn en heeft nare kantjes. Maar wat hij bij jou doet is verboden. Hij overtreedt de wet en doet dat blijkbaar met meer dingen zoals je net vertelde. Ik vind het een gevaarlijke man en ik vind dat je moeder dit allemaal moet weten.’

‘Mijn moeder zegt dat het niet waar is dat hij drinkt enzo of dat het wel mee valt. Maar ik zie hem de hele dag. Ik zie dat hij dan stiekem drank drinkt en dan komt hij meestal ook naar mijn kamer. Voor dat ene. Maar het komt ook wel door mij. Ik durf dan ook niet echt nee te zeggen.’

‘Waarom durf je dat niet?’

‘Ik weet het niet. Dat heb ik nooit gedaan. Is het dan mijn eigen schuld?’

Een half uur gaat voorbij waarin ik haar sus en kalmeer en probeer te overtuigen dat dit nooit haar schuld is. Hij is schuldig. Hij is fout. Zij niet.

‘Amy. Het is al 1 uur ‘s nachts. Zullen we morgen verder schrijven over het idee om hem een briefje te sturen waarin je schrijft; ‘Wil je nu ik ouder word er alsjeblieft mee stoppen. Ik wil dit niet meer.’

‘Dat is goed mevrouw. Ik weet niet of ik het durf maar ik ga er over nadenken. Dankuwel. U doet heel lief voor mij. Slaap lekker. U heeft uw slaap ook nodig met uw gezin enzo.’

Offline.

Rust. Eindelijk slapen. Ik zak weg in een onrustige slaap. Word vaak wakker en zie steeds op mijn telefoon dat ook zij geen oog dicht doet want ze stuurt berichten die ze vervolgens direct verwijderd.

De volgende ochtend zit ik alweer vroeg achter de computer. Zet in concepten een lange mail voor haar klaar. Besluit iets zakelijker te gaan mailen zodat ze hopelijk doordrongen raakt van het feit dat ze door moet gaan pakken. Een mail met opties wat we kunnen doen.

  • Samen naar haar vertrouwenspersoon op school.
  • Samen naar haar moeder in het ziekenhuis.
  • Samen naar de zedenpolitie.
  • Als ze dat allemaal te eng vindt kunnen we eerst een keertje samen afspreken op een bankje in haar stad zodat we elkaar een keertje in het echt ontmoeten voordat we stappen gaan nemen.

Daarna stuur ik Amy een whatsappje.

‘Goedemorgen Amy. Hopelijk heb je redelijk geslapen. Ik heb een mail voor je klaarstaan in concepten. Wat is je emailadres?’

‘Wat aardig mevrouw. U hoeft niet zo vroeg al uit uw bed hoor voor mij. Stuurt u het maar naar amyd.2005@gmai . Ik heb niet zo lekker geslapen. Het doet nog steeds best pijn’

Ik staar naar mijn telefoon.

Daar is het emailadres. Zo makkelijk ging dat dus. De weg naar haar bevrijding. Direct mail ik Sarah. Geef het emailadres door en Sarah belooft het emailadres uit te zetten naar de jusite afdeling. Zodra ze nieuws heeft laat ze iets weten.

‘Heb je last van je schouder meisje?’ app ik terug naar Amy.

‘Nee eigenlijk van mijn rug en mijn bil.’

‘Wat is er met je rug en je bil?’

‘Ik weet niet wat er was. Hij deed anders dan anders. Heel ruw enzo. En hij hield mij zo hard vast dat ik allemaal blauwe plekken heb nu. Het is niet heel erg hoor maar daar heb ik een beetje last van nu.’

Net mijn ontbijt achter mijn kiezen maar ik word er acuut misselijk van. Wat leeft Amy in een onveilige situatie. Er schuilt altijd gevaar. Overal. De hele dag door.

‘Amy? Kun je er een foto van maken en die bewaren? Dit is bewijs voor ooit.’

‘Zo erg is het denk ik niet mevrouw.’

‘Toch is het goed als je er een foto van maakt. Zou je die naar mij kunnen sturen?’

‘Ik kan het wel even heel kort laten zien? Dan weet u het ook en is het ook bewijs ofzo toch?’

‘Dat mag ook meisje.’

Weer zit ik klaar met mijn vinger bij de schermafbeelding knop. Enkele seconde later verschijnt er een foto in beeld. Ik druk direct op de knop. Heb daardoor de foto niet eens goed kunnen zien maar ze heeft hem alweer weg gehaald. Ik kijk snel in mijn foto galerij en zie een meisjesbil vol blauwe plekken en vingerafdrukken. Weer die hoge hartslag. Het benauwde gevoel. De tranen wellen op in mijn ogen.

‘Sorry mevrouw, misschien moet ik dat toch niet doen.’

‘Ik heb het niet echt goed kunnen zien Amy. Het ging zo snel. Bewaar de foto maar zelf ergens in je telefoon.’

Ik zet koffie. De onrust giert door mijn lijf. Hoe lang gaat dit nog duren voordat de politie ingrijpt? Iedere dag dat zij met deze smeerlap onder één dak leeft is er één te veel.

‘Kun je vandaag niet een dagje naar je oma, Amy?’

‘Mama is vandaag thuis en morgen ook. Echt heel fijn want dan is het altijd opeens heel gezellig in huis. Dan doet Eugene veel gezelliger en doen we spelletjes met elkaar. We gaan dan soms zelfs even naar het bos ofzo en dan is hij best wel een hele leuke stiefvader.’

Eugene! Ze noemt opeens een naam! Ze verspreekt zichzelf. Direct stuur ik een mail naar Sarah om haar te informeren.

Snel keer ik terug naar het app gesprek met Amy.

‘Fijn lieverd. Even rust voor jou. Geniet van het plezier met elkaar.’

Die dag hoor ik niets meer. Wat een rust. Ik kom weer bij. Kan onverwachts alle tijd en aandacht aan mijn eigen gezinnetje geven. De foto van de blauwe plekken op haar bil stuur ik diezelfde avond ook nog door naar Sarah van de zedenpolitie. Met pijn in mijn hart. Nog steeds voel ik mij een verklikker maar ik kan niet anders.

Diezelfde avond.

‘Sorry dat ik u app mevrouw want ik moet eigenlijk mailen maar ik weet niet wat er gebeurde maar het was opeens anders ofzo. Zie je ik ben een slecht mens. U moet mij maar niet meer helpen mevrouw. Ik weet nu waarom ik geen hulp vraag. Ik denk dat ik het gewoon zelf wil. Hij zegt dat ook. Anders gebeurt dit echt niet. Zie je wel. Daarom heb ik niks gezegd. Niet omdat ik bang was maar omdat ik het zelf wilde. Anders gebeurt dit niet.’

23.00uur ‘s Avonds. Ik wilde net naar bed gaan na een vermoeiende maar heerlijke winterse dag op het strand

‘Wat is er dan gebeurd Amy?’

‘Ik kan het niet zeggen.’

‘Tuurlijk wel. Je mag alles zeggen tegen mij.’

Ik wacht geduldig. Inmiddels ben ik gewend geraakt aan haar patroon. Ze typt heel lang. Haalt alles weer weg. Typt opnieuw en ik maar wachten. Ik schenk nog een klein wijntje in. Mijn vriend weet al hoe laat het is; Amy time.

De romantische film die we samen keken wordt afgezet. Zonder gemopper doet hij zijn ear pods in en kijkt naar Star Wars. Hij geeft mij alle ruimte om Amy te helpen. Leest vaak onze gesprekken mee om te adviseren wat ik kan zeggen of doen. Hij leeft net zo intens mee met dit meisje dat zo beschadigd is. Hij ziet mij weer in een rol die hij van mij gewend is van enkele jaren geleden. Toen we elkaar leerden kennen was ik voorzitter van StomaJONG. Ik hielp jonge meiden die een stoma gingen krijgen en het leven daardoor niet meer zagen zitten. Ik reisde het hele land door om hen in alle rust van alle informatie en ervaringen te voorzien die zij nodig hadden. Uren op de chat. Ik organiseerde bijeenkomsten voor de jongeren en hoorde al hun angsten en verhalen aan. Ze hingen aan mijn lippen om te horen hoe ik dat dan deed; een leuk compleet leven leiden met een stoma. Met een verloren kinderwens. Zonder betaald werk toch nuttig zijn. Hoe dan?

Sommige jongeren waren zo ziek dat zij door hun darmaandoening ook anorexia ontwikkelde. Of andersom; door de anorexia een darmaandoening. Die meiden waren zichzelf vaak helemaal kwijt. Hadden niets of niemand meer. Vertrouwde niemand meer, manipuleerde of waren alleen nog maar bezig met de donkere kant van het leven. Amy doet mij vaak aan hen denken. Dezelfde verlorenheid, eenzaamheid, zichzelf apathisch neerleggen bij de situatie waar ze in zit.

‘Gister deed hij het opeens niet zo hard met zijn vingers maar deed hij het zachter daar beneden.’

Ik wacht. Type even niets terug.

‘En dat deed hij niet zo snel met zijn hand maar weer met zijn mond. En ik wilde het echt niet. Maar hij ging door. En terwijl ik het echt niet wilde, want ik vond het echt heel vies, was het heel zacht en ging opeens alles schokken. En ik wilde het echt niet hoor maar toen was het zo zacht. En nu voel ik mij echt zo vies. Maar dat schokken was een fijn gevoel. En nu voel ik mij zo boos op mijzelf.’

Godver. Klootzak. Wat is dit voor smerig beest. Wat voel ik mij kwaad. Hoe durft hij.

‘Amy, dat heet waarschijnlijk een orgasme. En dat is een reactie van je lichaam waar je niets aan kunt doen. Dat betekent niet dat je hem of het misbruik fijn vindt. Daar kun jij niets aan doen. Je lichaam reageert gewoon.’

‘Hij zei dat ik het dan lekker vind en het ook zelf wil. Maar dat is toch niet zo. Echt niet toch?’

Wat moet ik nu zeggen? Ik ben hier niet voor opgeleid. Verdomme wat nu.

‘Nee hoor Amy. Hij is schuldig. Jij niet. Als de vagina gestimuleerd wordt, ook al wil je dat niet, kan het zijn dat je lichaam toch reageert.’

Ik Google. Het klopt wat ik heb gezegd. Maar ik ben geen professional en ben als de dood dat ik haar nog meer beschadig dan ze nu al is.

De volgende dag, 25 januari, heb ik mail van Sarah.

De digitale afdeling heeft onderzoek gedaan naar het 06 nummer en het lijkt er op dat dit verder nergens aan gekoppeld is. Geen snap chat, geen Instagram, geen telegram….alsof het nummer er alleen is voor contact met jou. Het laatste wat we nog kunnen doen is de historische gegevens aanvragen van het nummer. Dan zie we met wie het nummer belt etc. Maar daar moet een Officier van Justitie toestemming voor geven. Mijn onderbuik zegt…. Het klopt niet….een meisje van 15 dat niet te vinden is en zo voorzichtig is. Hopelijk schrik je er niet van dat ik dit zo schrijf.

Eerlijk gezegd doe ik dat wel. Weer ga ik twijfelen. En al die foto’s dan? En de wanhoop die ze dagelijks heeft. De gedetailleerde beschrijvingen van wat die klootzak met haar doet. Haar telefoongesprek met mij. Ik heb toch echt een meisje gehoord!

Ook Thierry denkt dat het echt is. Hij heeft haar ook gehoord. Heeft alles meegelezen.

“Ik denk dat ze een extra sim kaartje heeft aangeschaft. Dat meisje is als de dood dat haar stiefvader ontdekt dat ze het heeft verteld.”

Ik ben er zo mee bezig dat ik mijn ouders, zussen en beste vriendinnen ook heb ingelicht. Voor een luisterend oor, tips en advies. Ze zijn tenslotte allemaal moeder van tienerdochters. Ze verbazen zich dat haar moeder niets door heeft. Maarja, moeder denkt dat Amy jaloers is en dat ze nog moet wennen aan stiefvader in huis. Mijn vriendinnen zijn inmiddels zo begaan met Amy dat ook zij mij dagelijks appen om te vragen hoe het met Amy gaat.

‘Mevrouw? Ik zou u eigenlijk niet meer appen en alleen maar mailen maar ik heb toch nog een vraag. Mag dat even op de app? U heeft toch een keer gevraagd of ik de pil slik? Denkt u dan dat ik toch zwanger zou kunnen raken?’

‘Dat zou kunnen Amy als er voorvocht of sperma in of bij je vagina in de buurt komt.’

‘Meestal komt het op mijn buik of voel ik het er daar beneden langs lopen. Gatver.’

‘Maar Amy. Ik vind het heel erg om te zeggen en ik wil je niet bang maken maar de volgende stap kan zijn dat hij toch met zijn penis in jouw vagina gaat. Dat moeten we eigenlijk proberen te voorkomen want dat is weer een stap verder en dan kun je wel echt zwanger raken. Zullen we het er toch nog eens over hebben hoe ik je kan helpen?’

En weer tikken de uren verder waarin we de mogelijkheden van een aangifte bespreken en voorbereiden.

‘Ik denk dat u gelijk heeft mevrouw. Ik ga nu slapen want ben toch wel erg moe.’

De volgende ochtend zie ik dat ze mij om 4uur heeft gemaild.

‘Mevrouw vergeet het maar. Sorry. U doet zo uw best voor mij. Maar ik wil het toch niet. Hij doet ook vaak lief en dan doet hij heel blij met mama enzo. En hij heeft ook heel veel vrienden die altijd heel gezellig doen. Als hij weg moet bij ons dan is mama weer verdrietig en komt ze weer bijna niet uit bed enzo. Als ik van VWO naar de Havo ga hoef ik nog maar een jaar naar school en dan kan ik daarna op kamers. En dan stopt het allemaal en dan kunnen mama en mijn broertje gewoon bij hem blijven.’

De rest van de dag ben ik stil. Ik baal. En ben ergens ook boos. Waarom pakt ze nou niet door? Ik doe alles wat ik kan. Ik zou haar het liefste op willen halen en veilig in mijn eigen huis onder brengen maar ik weet verdomme niet eens waar ze woont. Is Amy überhaupt wel haar echte naam? Of is ze zo bang dat ze zowel een geheime sim kaart heeft als een schuilnaam? Ik besluit mijn computer voor de rest van de dag uit te laten. Even geen Amy-time. Even terugkomen tot mijzelf. Maar het gaat moeilijker dan ik dacht. Al vijf weken maakt Amy de hele dag deel uit van mijn leven. De stilte van nu voelt alsof ik haar in de steek laat. En ze is al zo alleen…

De volgende dag krijg ik slechts een korte mail;

“Fijne dag mevrouw.”

“Ben je oke Amy?”

“Ja hoor.”

Verder hoor ik niets meer.

Dan, de dag erna opeens een lange app:

‘Ik weet dat ik niet meer zou appen… Dit is de laatste dat beloof ik… Ik wou zeggen dat u niet hoeft te antwoorden op mijn mail. Ik kijk nu alsnog steeds of u iets gestuurd heeft alleen dan naar mijn mail… Dat is ook niet goed wat u ook al zei… Dus u hoeft ook niet extra vroeg achter uw laptop te zitten om op mijn mail te antwoorden als u eigenlijk moet werken. Dat wil ik helemaal niet dat u mij moet mailen als u moet werken… Ik denk eerst wel goed na wat ik wil doen. Dan zal ik u mailen als ik het weet… Sorry dat ik het onhandig heb gemaakt voor u met uw man en stiefkindjes, daar had ik niet zo goed over nagedacht. Sorry. U hoeft dus niet te reageren op dit appje… We mailen over een tijdje wel weer Dank u wel want u heeft me toch al beetje geholpen hoor! ’

Ze vliegt alle kanten op. Het ene moment uit ze al haar emoties bij mij, het volgende moment gaat ze volledig op slot. Wat heb ik te doen met haar. Ik besluit de politie te mailen. Vraag Sarah of er al iets uit het onderzoek is gekomen.

Weer een deksel op mijn neus. Amy heeft een gmail adres. En van Gmail is niet te achterhalen waar het IP- adres zich bevindt. Sarah vindt het steeds verdachter worden; Hoe kan een meisje van 15 haar identiteit zo goed verbergen? Ik begrijp dat ze dat zegt vanuit haar functie maar ik zie vooral een doodsbang meisje die er alles aan doet om niet getraceerd te worden.

De dagen er na is er slechts kort contact. Ik kan het wat beter naast mij neerleggen. Amy heeft beloofd dat als er écht iets is zij aan de bel zou trekken. Ik vertrouw er op dat dat ook zo is. En dan, eind januari krijg ik een rare whatsapp van haar.

‘Mevrouw, wilt u mij alstublieft blokkeren op whatsapp. U zei het steeds al. Het is mijn eigen schuld want nu is gebeurd wat u ook al zei. En ik geloofde het niet. Ik had naar u moeten luisteren. Maar het is wel zo. En u zei het al.”

“Godverdomme! Klootzak!” zeg ik hardop. Ik lees haar appje drie keer overnieuw. Bedoelt ze wat ik vermoed?

‘Amy, bedoel je dat hij je gepenetreerd heeft?’

Weer typt ze. Stopt met typen. Er komt geen reactie.

‘Je kunt alles tegen mij zeggen Amy. Het is niet jouw schuld.’

‘Ik durf het niet mevrouw. Weet niet hoe ik het moet zeggen.’

Ze typt niet meer. Offline. Mijn vriend is ook gespannen. Samen wachten we op antwoord. En dan gaat opeens mijn telefoon. Amy belt.

“Hoi meissie. Ben je oke? “

“Nee. Het brandt zo en het voelt of ik ongesteld moet worden.”

“Heeft hij je gepenetreerd meisje?”

“Ja.” Zegt ze heel zachtjes. Ze begint te huilen.

“Waar ben je nu Amy?”

“Ik lig onder de dekens. Sorry dat ik zo zachtjes praat maar ik ben zo bang dat hij mij hoort. Ik bloedde ook niet. Hij zei dat dat komt omdat ik dan geen maagd meer ben of omdat ik het dan lekker vond”

Ze blijft huilen. Wat een paniek. Mijn hartslag torenhoog.

“Is mama thuis Amy?”

“Nee mama is naar een vriendin. Ik heb haar geappt hoe laat ze thuis komt. Maar dat weet ik nog niet.”

“Neem maar twee paracetamol lieverd en wacht tot mama thuis is. Dit is wel het moment dat je het moet gaan vertellen he? Ik kan je daar bij helpen.”

“Ik wil ophangen mevrouw. Is dat goed?”

“Tuurlijk meisje.”

We hangen op en ik barst in tranen uit.

“Zie je wel?” Ik huil uit bij mijn vriend. “Het is wel echt! Jij hebt haar geoord he? Ze is zo bang en zo verdrietig. Die gore klootzak heeft het gedaan. Ze is verdomme vijftien. Jezusmina hoe kan hij!”

Thierry probeert mij te kalmeren maar er is geen houden aan. Als een leeuwin wil ik vechten voor dit welpje. Ze moet weg daar.

‘Amy, wanneer ben je voor het laatst ongesteld geweest?’ app ik haar gauw.

We appen over haar menstruatiecyclus, haar eisprong en het feit dat ze een morning-afterpil nodig heeft. Ik stel voor dat ik morgenochtend naar haar toe kom om samen die pil te halen.

‘Amy, heb je een onderbroekje waar dat spul, dat zaad op zit? Of een handdoek ofzo? Wikkel die onderbroek in een plastic zakje en verstop dat je kast. Dat is bewijs.’

‘Hij heeft met een snoetenpoetser dat vieze van mijn buik geveegd en in de prullenbak gegooid.’

‘Pak dat doekje en bewaar dat in een zakje in je kast. Probeer maar te rusten meisje. En als het zo brandt van onderen smeer wat vaseline bij je vagina en leg er een koud washandje op. Hopelijk komt mama straks thuis voor je.’

Ik ben overstuur. Het onvermijdelijke is gebeurd. Hij heeft haar verkracht.

Het woord snoetenpoetser blijft echter door mijn hoofd heen dreunen. Snoetenpoetser vind ik een woord voor mensen met kleinere kinderen. Haar broertje is vijf. Die heeft toch geen snoetenpoetsers meer? En is snoetenpoetser überhaupt wel een woord voor pubers? Volgens mij gebruiken vooral moeders dat woord. Of heeft ze het overgenomen van haar moeder?

Pas na middernacht liggen we in bed. Wéér veel te laat. Beiden lamgeslagen. Verdrietig omdat we dit meisje nog steeds niet kunnen helpen. Niet vindbaar. Geen schoolnaam, plaatsnaam. Achternaam of geboortedatum. Ze laat niets los. Om 5 uur ‘s nachts komt er een warrige mail binnen.

Sorry///Eigenlijk had ik u`niet moeten bellen en a’-ppen blokk0eer me tochh maar wle en ik haal de %pil wel anders is het t8e laat ik ben -heel dom ik hd eerder moeten lezen. >dan kunt u hier typen als een tijd4 heeft. ¦het gaat alweer] beter. Ik zla u niet steeds lastig valllen sorry 

Weer krabbelt ze terug.

Om 8 uur ‘s ochtends stuur ik een mail naar Sarah. Ik vertel wat er die avond is gebeurd.

Sarah pakt door. Besluit de Officier van Justitie in te lichten.

Terwijl ik mijn stiefzoontje wegens de lockdown thuis onderwijs geef kijk ik voortdurend naar mijn telefoon. Ik maak fouten bij zijn rekensommen en ben er met mijn gedachten niet bij. Plots verschijnt er een whats app in mijn scherm van Sarah.

‘We gaan haar nu bellen!’

Pff. Ik explodeer bijna van de spanning. Mijn God, hoe zal Amy reageren. Wat gaan ze dan zeggen? Ik heb haar verlinkt, wat zal ze dat erg vinden. Ze kan nog niet inschatten dat dit het beste voor haar is. Nu heeft ze voor haar gevoel niemand meer. De minuten lijken uren te duren.

Dertig minuten later krijg ik weer een appje.

‘We hebben haar gesproken. Als ze contact opneemt niet op haar reageren. Kan je vanmiddag 16.00uur op het politie bureau zijn?’

Ik stuif naar boven waar Thierry op kantoor zit.

‘Ze hebben haar. Ze hebben haar denk ik. Vanmiddag moet ik naar het politiebureau. Ga je mee?”

Tuurlijk gaat hij mee. Ik bel mijn ouders en zussen. Informeer mijn vriendin die al die weken heeft meegeleefd. Na 4 zware jaren voor Amy en zes hysterische weken voor mij lijkt het eindelijk te stoppen. Hoe zal het met haar gaan? Voelt ze paniek of opluchting? Weet haar moeder het al? En die klootzak…zit hij straks ook al vast?

De uren kruipen voorbij voordat het 16.00uur ‘s middags is. Thierry en ik brengen de kinderen onder bij een oppas en vertrekken vol spanning richting het politie bureau.

“Ik heb haar gebeld” Begint Ellen. “Er nam inderdaad een meisje op met een heel bange stem. Toen ik vroeg hoe ze heette vroeg ze gelijk of ik Carlijn was. Ze zei dat ze Carlijn wilde bellen en bang was. Ik bleef aardig en zei dat dit gesprek niet over Carlijn ging maar dat ik van de politie ben en mij zorgen maak om haar veiligheid. Ik vroeg haar geboortedatum. Ze noemde een datum waaruit bleek dat ze 17 is. De tweede poging ging ook fout. Daaruit bleek dat ze 19 moest zijn. Toen ben ik boos geworden en heb gezegd dat dit haar laatste kans was. Plots veranderde haar kleine meisjesstem naar de stem van een volwassen vrouw. Ze noemde haar geboortedatum: 1982.”

Het ongeloof moet te zien zijn op mijn gezicht.

“Was dat haar moeder?” Maar terwijl ik de vraag stel weet ik het antwoord al.

“Nee. Amy blijkt een volwassen vrouw. Ze heet geen Amy.”

En die foto’s dan? En die schermafbeeldingen? En haar profielfoto? ” Stamel ik. Tranen over mijn wangen. Chaos in mijn hoofd. Er klopt niets van.

“Ze heeft haar echte naam genoemd. En ze wilde eigenlijk maar één ding: Jou bellen om sorry te zeggen. Dat heb ik haar verboden. Ze mag je één excuus mail sturen, die zal je nog wel krijgen. Helaas bleef het hier niet bij.”

Ze kijkt mij afwachtend aan. Er dringt niets meer door. Ik probeer op een rijtje te krijgen dat Amy Amy niet is. Dat Amy geen meisje is maar een vrouw.

“En het misbruik dan? Is ze wel slachtoffer?”

“Dat denk ik niet. Maar dat weten we nog niet. Omwille van haar privacy mogen we haar echte naam niet geven maar weet dat we wel allemaal lijnen hebben uitgezet want er is nog meer…”

Oja. Dat zei ze net ook al.

“Meer? Wat dan?”

“Ze heeft het vaker gedaan. Daardoor wist ze hoe ze uit beeld moest blijven. En. Ze is moeder. Ze heeft kinderen.”

Het suist in mijn oren. Tranen blijven stromen.

Moeder? Hoe kan zo’n leugenaar moeder zijn? Hoe kan iemand met zulke vulgaire gore seks verhalen kinderen veilig opvoeden? Met d’r gelul over zaad tussen haar benen en d’r wanhopige kut orgasmes bij die gore stiefvader. Ik word er misselijk van. Een oude emotie komt boven; Waarom worden zulke wezens moeder en ik, die zo van kinderen houd niet? Raar hoe dat nu, op dit moment, de kop opsteekt.

Thierry neemt het woord: “Dan is deze vrouw heel ziek. Mentaal bedoel ik. En nu?”

“We hebben alle lijnen uitgezet. GGZ, wijkteam, melding bij zeden in haar district, een melding bij veilig thuis voor haar kinderen. Ze bleek onder behandeling te zijn bij een psychologe voor iets anders. Ook die hebben we gebeld en deze heeft gelijk doorgepakt en intensieve hulp geregeld.”

“Ik ben gewoon genaaid!!!” Roep ik door de kamer. “Ik sta godverdomme altijd voor iedereen klaar. Het is nota bene al achttien jaar mijn vrijwilligerswerk om mensen via de chat te begeleiden in hun ziek zijn en hun zorgen. In alle vertrouwen hielp ik haar. Dat vertrouwen heeft ze misbruikt! Wie is dit wijf? Ken ik haar? Waarom bij mij?” De vragen spuien over tafel.

“Ook dat hebben we onderzocht. Er is geen enkel verband tussen jullie. Ze heeft je per toeval gevonden. Gegoogeld op vertrouwenspersoon zegt ze. Maar dat weten we niet zeker. Ze vond je profielfoto er zo aardig uit zien en ze vond je ontzettend lief. Ze heeft vanmiddag zelfs nog teruggebeld naar mijn collega om te zeggen dat ze ook wel blij is dat het is gestopt want anders had dit nog maanden doorgegaan.”

“Maar waarom dan? Amy leek zo echt. Ze was echt in nood! Al die uren. Al die nachten. Godverdomme!” Kortsluiting in mijn brein. Ik snap er niets meer van.

Ik val stil. Plots richt ik mij op en kijk Ellen en Sarah beurtelings aan.

“Ik wil aangifte doen. Nu. Van stalking. Misleiding. Bedrog. Wat dan ook!” Woest ben ik.

Ik kijk Thierry aan. Hij staat achter mij. Hier hoeven we het niet eens over te hebben, hij voelt wat ik voel.

“Daar hebben wij ook al over nagedacht Carlijn maar dat wordt moeilijk. Eigenlijk onmogelijk. Het is geen stalking want als ze je benaderde antwoorde jij altijd. Jij zei vaak zelfs meer dan zij.”

“Ja omdat het godver een kind in nood was! Een kind dat werd misbruikt! Het was mijn burgerplicht haar te helpen! Dat heb ik gedaan.”

“Maar dat maakt het geen stalking. En verder is er geen sprake geweest van een misdrijf.”

Verbijsterd zak ik achterover.

“Dus ze komt hiermee weg?” Zeg ik ontzet. Ik kan niet stoppen met huilen.

“Zeker niet. Haar ergste straf start vandaag. Allerlei instanties zitten bovenop het gezin. Als zij het nog een keer doet valt zij direct door de mand.”

Ik word gekalmeerd. Dat doen Sarah en Ellen rustig en vakkundig. Ze spreken uit hoe rot ze dit voor mij vinden, juist door hoe ik in het leven sta. Open en belangeloos voor alle patiënten en mensen die een luisterend oor nodig hebben. Mentor van cliënten met een verstandelijke beperking. Niet veroordelend. Ze vinden het ontzettend zuur dat juist mij dit moet overkomen. Tevens een wijze les voor een volgende keer; ik moet mij minder mee laten slepen. Minder betrokken. Afbakenen. Direct mailen en niet eindeloos appen. Mijzelf in kunnen leven in een ander, is deze keer mijn valkuil geworden.

En dan is het klaar.

We nemen afscheid. We gaan naar huis. Ik voel mij uitgewrongen. Leeggezogen. Kijk in de auto zelfs uit automatisme naar mijn telefoon of Amy nog heeft geappt. Jemig wat zat ze in mijn systeem. Amy bestaat niet. Het gezichtje van de foto die ze mij stuurde staat in mijn geheugen gegrift. Ze bestaat niet. Niets is echt.

Thuis zak ik, met mijn jas nog aan op de bank. Volkomen de kluts kwijt. Ook Thierry is er stil van.

“Ze kan je dus nog mailen. Kan je dat aan?” Vraagt hij bezorgd.

Ik sta op. Resoluut. Start mijn werkcomputer op. Eén ongelezen bericht.

Ik ben niet eerlijk geweest Carlijn, u wist het denk ik al ergens dat er iets niet klopte…. Het spijt me. Ik ben met mezelf aan het werk… Ik ben volwassen 38 jaar en veel van wat ik verteld heb is niet waar…. Ik kan niet zeggen hoeveel het me spijt. Eigenlijk ben ik blij dat u de politie heeft gebeld en dat ik niet meer tegen u hoef te liegen… U bent echt een goed mens… Ik hoop niet dat dat door mij is veranderd….Het spijt me… 

Ik klik het weg.

Alsof haar excuses goed maken wat ze heeft gedaan. Ik raak er niet over uitgesproken. Mijn vriend en ik blijven herhalen wat er is gezegd. Vinden het jammer dat we niet op de hoogte worden gehouden over het vervolg wat uit het onderzoek naar voren komt. Hoe lang doet ze dit al? Zijn haar kinderen veilig of worden die misschien wel mishandeld? Maar bovenal overheerst de woede. Ik vind het absurd dat ik hier geen aangifte van kan doen. Mijn vertrouwen in mensen is volkomen weggeslagen door haar. Als je een appeltje vergeet af te rekenen kan er aangifte tegen je worden gedaan, maar als je zes weken emotioneel gestalkt en belogen wordt niet. Bizar.

Mijn tranen zijn nog lang niet op. Een hol gevoel in mijn hart. Tuurlijk is het óók positief omdat dit meisje niet bestaat dus niet in gevaar is maar ik merk nu pas wat deze weken met mij hebben gedaan. Uitgeput val ik in slaap.

Die nacht droom ik dat Amy wel bestaat. Als een bang meisje zit ze ergens op een zolder in een hondenkooi. Haar moeder bleek de vrouw aan de telefoon te zijn. Moeder heeft de politie misleid. Ook zij zat in het complot met stiefvader. Niemand gelooft mij. De politie zegt dat de wijkagent nog eens zal gaan kijken. Mijn familie denkt dat ik het nog moet verwerken. Maar Amy blijft mij appen om hulp. Vanuit die kooi op zolder. Ik klim op de daken van huizen in Harderwijk, de stad waar moeder werkt. Ik gluur door ramen, kijk door kieren van verlaten zolders maar ik kan Amy niet meer vinden……

Ik ben haar kwijt….

Plaats de eerste reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.