“Man, wat zeik je nou? Ik ben verdorie 51!”
Ik leg mijn boek weg. Houd mijn oren gespitst.
“Ik zeg er toch verder niets van?” Hoor ik een mannenstem antwoorden.
Ik lig op het strand bij het Schelpenpad. Tussen de kleine zandheuveltjes vol duingras. Niemand die mij ziet. Uitgestorven zandvlaktes. Achter mijn heuveltje hoor ik een man en vrouw kibbelen.
“Je moet het niet zo persoonlijk opvatten.” Zegt de man op ontspannen toon.
“Sodemieter op jij met je opmerkingen.”
“Ik zeg toch niet dat je er nog uit moet zien als een twintigjarige? Althans…”Hij begint luid te lachen. “Dat zou ik overigens niet erg vinden hoor.”
“Moet jij zeggen met je bierbuik. Wel kritiek op mij maar naar jezelf kijken doe je niet.”
“Schat, Ik heb geen problemen met mijzelf hoor. Met jou trouwens ook niet. Ik vertelde alleen wat ik constateerde toen ik je eens kritisch bekeek.”
‘Oei, dit gaat nooit goed’, denk ik bij mijzelf.
Dan wordt er achter mijn heuveltje driftig een handdoek uitgeklopt. Tien tellen later stampt er een vrouw nijdig over mijn heuveltje vlak langs mij heen naar het volgende heuveltje. Armen vol tassen, een fles water, handdoek en stoeltje. Woest klapt ze haar stoeltje uit, spreidt haar handdoek er overheen en gaat met haar rug naar mijn heuveltje zitten. Althans, naar het heuveltje wat haar man en ik samen delen maar wat haar man nog niet weet.
Ik pak mijn boek er weer bij. Ik hoor een diepe zucht achter mijn heuveltje. Geen gewone zucht maar een innig tevreden, gelukzalige zucht. Een zucht die alleen een man kan maken. Meestal in combinatie met een voetbalwedstrijd op tv, een flesje bier in de hand en zijn voeten op tafel.
Ik lees wat bladzijdes uit mijn boek. Dan word ik opgeschrikt door naderende voetstappen over mijn heuveltje. De man schrikt. Wist niet dat ik hier ook lag. Hij zegt vriendelijk gedag en loopt door naar zijn vrouw. Zijn buik drilt mee bij iedere stap in het mulle zand.
Hij gaat achter zijn vrouw zitten. Masseert haar blote schouders en zegt net iets te hard:
“Lieverd. Ik vind je toch de allermooiste? Ook al gaat alles een beetje hangen, ik ondersteun die winnende zwaartekracht met heel veel plezier.”
Ze doet voor de vorm nog even bokkig. Trekt een pruillip. Dan geeft zij zich over aan de handen van haar man, die haar vol liefde omarmen.
X Carlijn