“Wat een enige meisjes!”
Ik draai mij om. De oude dame met rollator die we net voorbij zijn gelopen staat stil op straat. Ze heeft zich omgedraaid en glundert van oor tot oor.
“Wat zijn ze enig!” Zegt ze nogmaals. “Zijn het drie zusjes?”
“Nee mevrouw. Het zijn mijn drie nichtjes en zij zijn weer nichtjes van elkaar. Dochters van mijn zussen.”
We lopen op straat in Den Haag. Ik heb mijn nichtjes een ijsje bij Mac Donald beloofd maar we moesten eerst even langs de klarinetten reparateur in Den Haag om mijn kapotte klarinet weg te brengen.
“Hun snoetjes zijn ook zo blank zeg. Het lijkt wel doorzichtige zijde.”
Ze ziet mijn verbaasde gezicht.
“Niet om het een of ander hoor. Alle huidskleuren hier in Den Haag zijn mooi en daar ben ik inmiddels aan gewend. Maar zo blank als deze drie zie je ze niet vaak meer.”
Ik moet stiekem grinniken. Alsof ik hier met een zeldzaam en uitstervende soort meisjes loop. Ik weet niet goed hoe te reageren en stamel iets onsamenhangends.
“Ach. Tja. Een multicultureel land heeft ook zijn voordelen toch? Al die verschillende culturen maken het wel interessant en verrassend, zeg maar.”
“Ooh zeker wel. Mijn achterkleinkind heeft bruine rasta haartjes, een karamel kleurige huid en licht groene ogen. Een prachtige mengelmoes van diverse culturen door elkaar heen. Maar drie stuks op een rij zo blank en blond met blauwe ogen als hier nu voor mij staat is lang geleden. Wat een snoetjes!”
Voor de grap zeg ik. “Nou meiden. Ga eens even op een rij staan voor deze mevrouw en lach.”
De oudste vindt het wat gênant maar omdat haar jongste nichtjes braaf doen wat ik vraag volgt zij ook. Zie ze staan. Geforceerd op een rij met een verlegen, beschamende nep lach van oor tot oor. Het ziet er niet uit. Ik lach hardop. De oudere dame echter niet.
“Oooh ooh.” Zegt ze verrukt. “Die snoetjes.”
Ze laat met één hand haar rollator los en slaat haar hand voor haar mond terwijl ze genietend toekijkt.
We zeggen vrolijk gedag. Lopen naar de auto om vervolgens eindelijk ons ijsje te gaan halen. Ik zie dat de oude dame nog steeds met een glimlach op haar gezicht stil staat en mijn drie zeldzame nichtjes nakijkt.
Ik glunder. Van trots. Want zeldzaam zijn ze zeker.
X Carlijn