“Dit kindje was zo welkom maar we hebben de zwangerschap afgebroken….”
Je valt stil. Kijkt mij aan. Peilt mijn reactie.
Mijn keel wordt dik. Ik kuch. Neem snel een slokje van mijn wijn.
“Jezus wat erg lieverd. Zo fucking oneerlijk!” Ik praat zo zacht mogelijk zodat de mensen om ons heen ons niet horen. Ik pak jouw hand over tafel. Ik moet huilen. Jouw pijn is mijn pijn.
“Het is goed zo.” Zeg je zachtjes. “Mijn lijf kan een zwangerschap niet aan. Daar waren alle artsen het over eens. Niels en ik ook. Het zou mijn dood worden.”
“Dat weet ik Cynthia. Maar toch. Ik vind het zo erg. Zo’n onmenselijke keus. Ik vind het vreselijk voor jullie.”
We zwijgen. Kijken elkaar aan. Woorden zijn niet nodig. We zijn al zo lang vriendinnen dat we dondersgoed weten hoe dit voelt. Voor ons allebei.
Dezelfde ziekte doorlopen. Dezelfde achtergrond en operaties. We rolden beiden van complicaties naar betere tijden. Leverden vervolgens weer in. Kropen weer omhoog. Een paar jaar geleden werd jij zwanger. Jullie waren dolgelukkig. Maar een dramatische periode volgde. Operaties tijdens jouw zwangerschap. De nachtmerrie van elke toekomstige mama. Terwijl de chirurg in jouw darmen sneed vocht jullie dochter drie centimeter er naast in jouw baarmoeder voor haar leventje. Het ging goed. De operatie slaagde. Ze groeide dapper verder. Ze werd levensvatbaar.
Direct na de bevalling ging ze de couveuse in. Jij werd naar de operatie kamer gereden. Narcose en de zoveelste ingreep volgde. Daarna het gesprek met de artsen. Jij mocht nooit, absoluut nooit meer zwanger worden. Je zou het niet overleven.
Het was goed zo. Voor jullie beiden. Gezegend met jullie prachtige dochter Roos. Er werden voorzorgmaatregelen genomen. Maar toen, geheel onverwachts, bleef jouw menstruatie uit. Paniek. Verdriet. Met een abortus tot schrijnend gevolg. Het kon niet anders.
Ik wil je troosten maar ik weet niet hoe.
Het is mijn grootste angst. Iedere maand weer. ‘Wat als ik zwanger raak. Wat als ik een klein mensje in mijn buik heb terwijl ik weet dat mijn lijf een zwangerschap niet aan kan. De verstandelijke keus van een abortus zal gemaakt moeten worden maar kan ik dat?’
Jij bent het bewijs dat het kan. IJzersterk als altijd. Mijn voorbeeld. Mijn vriendin.
Zachtjes praat je verder. “Ik tel mijn zegeningen. Ik weet nu wat ik heb. Wij hebben een vreselijke beslissing moeten maken maar we staan er beiden volledig achter. Om het niet nog moeilijker te maken praten wij er met niemand over. Alleen met elkaar. Maar ik wil dat jij het weet. Jij snapt wat dit met mij doet.”
Weer kijken we elkaar aan. Mijn ogen stromen vol.
Lieve dappere jij. Je moest je kindje laten gaan. Wat heb ik met je te doen. Maar wat heb ik veel bewondering voor jou. Al zoveel klappen in het leven gehad. Maar je staat nog steeds overeind. Met Niels aan jouw zijde en Roosje in jouw armen. Puur geluk. Compleet. Het is goed zo.
Vaarwel kleintje, ook namens mij. Wat doet dit pijn. Je was zo welkom en zo gewenst maar het kon helaas niet zo zijn.
X Carlijn
Delen is Lief
2 reacties
Sonja
Sterkte…
Petra
Zo herkenbaar, maar de keuze ooit hoeven te maken. Ik was onvruchtbaar. Maar om het definitief te maken, en om nooit voor de keuze van een abortus te komen staan. Heb ik toen besloten, dat bij de errstvolgende operatie ik gesteriliseerd werd. Datvwas in februari 1997,
Het deed pijn, wetend dat er nooit gebruik van mijn baarmoeder zounworden gemaakt. Maar wel een verstandige keuze, mijn lichaam zou een zwangerschap niet aan kunnen. Het zou mijn dood betekenen. Daarom toen onze keuze gemaakt.