In gedachte praat ik met je. Knuffel je. Kroel en kus je. Alsof je bestaat. Alsof je leeft. Terwijl ik natuurlijk weet dat het niet zo is. Je was er nooit, je bent er niet en zal er nooit komen. Maar toch, ik draag je met mij mee.
Vraag mij af of je op mij lijkt. Mijn lach hebt of mijn maniertjes. Of dat je op je vader lijkt. Alhoewel ik geen idee heb wie die vader dan zou zijn. Maar in gedachte ben je er soms. Er zit een moeder in mij, al heb je nooit bestaan.
Jaren geleden stond ik stiekem voor de spiegel. Een kussen onder mijn shirt. Kijken hoe ik er uit zou zien, zwanger, net als mijn zussen en vriendinnen. Hoe zou het zijn? Hoe zou het voelen? Vijf keer heb ik mee gepuft tijdens de bevallingen van mijn zussen. Navel strengetjes doorgeknipt. De eerste blik opgevangen van oogjes die zich openden. Zo eigen maar niet van mij. Overspoeld door liefde. Meegegroeid met hun belevenissen de afgelopen jaren. Het grootste gevoel van houden van. En dan rijst de vraag weer op: Had de liefde voor een eigen kindje nog groter geweest, nog overweldigender dan wat ik voel voor hun? Kan dat? Is dat wat ouderschap is? Ik zal het nooit weten en dat hoeft ook niet. Ik had een baby in mijn hoofd, later een peuter en inmiddels zit je als een kleuter in mijn hart. Heel stiekem groei jij traag met mij mee.
Er komen meer kindjes in mijn leven. Vriendinnen baren, zorgen en plannen. Iedereen is vertederd door de liefde voor hun kind. Ook deze kindjes sluit ik in mijn hart. Net als de kindjes van mijn vriend. In een ander kamertje dan mijn bloed eigen neefjes en nichtjes. Je hoeft geen moeder te zijn om de oprechte puurheid van kindjes te ervaren en van ze te houden. Er is ruimte genoeg.
Zij zijn er wel. Jij bent er niet. Tegenwoordig zit je niet meer wekelijks in mijn hoofd. De realiteit overheerst. Maar soms duik je op en dat voelt fijn. Mijn kindje in mijn hoofd, mijn strohalm toen ik lichamelijk ziek was en moest accepteren dat ik nooit moeder zou worden.
Ik hoop dat je als een rode draad in mijn gedachte mee zal blijven lopen. Soms even opduikt. Tegen mij praat. Dat ik je aanwezigheid voel. Alsof iets wat er nooit is geweest, jij, er toch stiekem bent. Wij samen, omdat ik mij dan iets minder alleen voel tussen al die moeders om mij heen. En wanneer ik dan in bed lig, tussen slaap en ontwaken, fantaseer ik over jouw knuistje wat zich in mijn handpalm vouwt. Je knuffel tussen ons in. Sussende woordjes. Plannetjes maken voor de nieuwe dag.
Je was er nooit, je bent er niet en zal er nooit zijn. Je zit enkel in mijn hoofd en dat is genoeg.
Want lief kindje van mij, ik weet dat je er bent, ergens in mij……
X Carlijn
Delen = Lief
9 reacties
Lisette
Slik…
Petra Frijsinger
Zo herkenbaar, ook ik ongewild kinderloos. Wordt morgen 53. Sommige vrienden worden of zijn opa en oma. Wij hebben nooit ervaren een eigen kindje. Nog steeds mis ik…. wat jij schrijft…
Astrid
Je bent een super, supertante maar ………. het is anders…… Prachtig geschreven
Marlies
Lieve Carlijn…..ben er stil van. Zo puur, zo lief, zo echt. :-*
Tineke
Mooie rake woorden..
Ineke willemstijn
❤
Babette
Heel mooi zus… het is wel even slikken. Dikke knuffel!
Brenda
Zo herkenbaar. Gelukkig geniet ik ook volop van de kinderen van mijn zus maar soms mis ik het echt.
Ria
En het was stil in mij …….