16810740_1153674618063090_14746204_o

Met lood in mijn schoenen.

Ik lig te woelen in bed. Twijfel. Ik wil het wel maar ik kan het denk ik niet. Moet ik mij daar overheen zetten? Moet ik gewoon gaan?

Eergisteren kreeg ik via de Stomavereniging de vraag of ik bij een jonge vrouw op bezoek wil gaan. Haar drie jarige peuter is ziek. Heel erg ziek. Binnenkort gaat hij een darmoperatie krijgen. Een reusachtige operatie. Zijn dikke darm zal helemaal verwijderd worden. Moeder is overstuur, doodmoe en ten einde raad. Uitgeput na jaren ziekenhuis opnames van haar ‘kleine beer’ zoals zij hem noemt omdat hij altijd Meneer Beer met zich mee sleept. Alle ziekenhuisopnames beleefden zij samen. Wekelijks worden zijn darmpjes gespoeld op de OK. Panisch ondergaat hij die slang in alle gaten van zijn lijfje. Smeekt zijn moeder omdat hij niet meer wilt. Alles had zij willen doen om deze laatste operatie te voorkomen. Haar kleine beer met een stoma. Zo oneerlijk.

Ze zocht hulp. Wilde informatie. Deed navraag bij artsen, bij vrienden, bij wijkcentra, maar niemand kon haar vertellen hoe het voor een kleutertje is om naar school te gaan met een stomazakje op je buik. Nog vier maanden, dan zal zijn eerste schooldag aanbreken. Een mijlpaal voor iedere moeder. Maar niet voor deze moeder. Zij heeft vooral angsten voor die dag. Haalt hij dat? Zal hij spoedig herstellen? En zo ja, hoe moet dat dan op school, met dat zakje poep op zijn buik?

Ze wendde zich tot de Stomavereniging. Zo kwam zij bij mij terecht. Ze mailde hartverscheurende pagina’s vol liefde over haar zoontje. Vol wanhoop over de angst en onmacht die zij voelt. In de laatste alinea de vraag of ik alsjeblieft bij haar langs wil komen. Om haar gerust te stellen. Om haar te vertellen over hoe het voor kindjes is om te leven met een stoma. Hoe de school en vriendjes er op zullen reageren. Als laatste voegde ze wat foto’s toe. Een peuter in een miniatuur auto met achterin Meneer Beer. Hij lijkt onbezorgd maar niemand weet dat hij die auto heeft gekregen om energie te besparen. Een elektrisch wagentje zodat hij niet hoeft te lopen wanneer ze even naar buiten gaan. Te ziek voor de speeltuin. Teveel pijn om te rennen zoals andere peutertjes doen. Op de tweede foto staat hij tegen een keukenkastje geleund. Zijn ogen boren zich door mijn computerscherm. In zijn rechterhand Meneer Beer. Zijn linkerhandje op zijn buik. Heeft hij pijn? Of is hij gewend geraakt zijn buikje altijd te ondersteunen?

Sinds eergister pieker ik. Ik lig er wakker van. Ik wil deze moeder dolgraag helpen. Haar wegwijs maken in de wereld van de kleinste stomadragers onder ons. Maar mijn moederhart huilt bij de pijn die dit mannetje ondergaat. Zijn foto staat op mijn netvlies. Ik wil hem in mijn armen nemen en zeggen dat alles goed komt. Hem beschermen tegen de artsen die hem pijn gaan doen. Zeggen dat een stoma niet zo erg is. Hem overtuigen dat vriendjes hem echt niet zullen veroordelen. Hem beloven dat alles goed zal komen en zijn buikje nooit meer pijn zal doen. Dat hij met een stoma nooit meer naar een dokter hoeft. Maar ik kan dat niet beloven want niemand weet hoe zijn buikje zich in de toekomst zal gedragen.

Kan ik het zelf wel aan om dit mannetje recht in de ogen te kijken? Zijn pijn en angst te zien? Kan ik dat los laten wanneer ik later huiswaarts keer? Voor de tweede nacht op rij ga ik uit bed. Zet een kop thee. Mijn gedachten malen over dit kleine kereltje. Dan neem ik een besluit. Midden in de nacht mail ik terug dat ik morgen langs zal komen. Ik ga terug naar bed en val in een onrustige slaap.

De volgende dag stap ik nerveus in mijn auto. Op de achterbank een kadootje: Een pyjamaatje met een mooie beer er op. Ik kan hun angsten niet wegnemen. Ik kan hem niet beter maken. Ik kan niks veranderen of beloven. Maar hopelijk kan ik met mijn aanwezigheid, door over mijzelf en mijn ervaringen te vertellen, een sprankje hoop geven voor de toekomst. Al is het maar voor even.

Ik geef gas, met lood in mijn schoenen. Lieve kleine Beer, ik kom er aan maar veel kan ik niet doen.

Delen = Lief

Mijn e-book ‘Papa gaat over de tong’ is uit!

Recente reacties

6 gedachten over “Met lood in mijn schoenen.”

  1. Jij kunt helaas niet de pijn wegnemen en in de toekomst kijken…maar praten met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt is net zo waardevol…. Mooi…..

    Beantwoorden
  2. Dit lees ik met tranen in mijn ogen. Ik weet niet wat ik zeggen moet. Zo’n kind….. zo oneerlijk….. er is moed en doorzettingsvermogen voor nodig van iedereen ouders… kind.. ach ventje….. wat heb ik met jou te doen.

    Beantwoorden
    • Hoi Mirjam, Hartstikke leuk dat je mijn blog wilt delen op jouw pagina @zorgmethethart. Ik heb even op jouw pagina rondgekeken, heel erg mooi, deel gerust vaker een blog van mij als je dat wilt. Groetjes Carlijn

      Beantwoorden
  3. Ik werd weer even herinnerd aan een klein jochie wat we allebij kennen, uit België. Hij kreeg op jonge leeftijd een stoma, veel ziekenhuisopnames. En nu een grote vent, geen stoma meer, hij heeft nu een pouch. En ik weet Carlijn je kunt het, helpen, al is het maar een luisterend oor, of het adres van de moeder van door geven.
    Ik hoop op een goed uiteinde, dat we het vervolg mogen lezen

    Beantwoorden

Laat een antwoord achter aan Mirjam Weber Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.