“Ik ben ook een beetje anders, net als jij.”
Ze zit tegenover mij aan tafel. Prikt met haar vork in haar boterham die ik voor haar in stukjes heb gesneden. Het bordje verschuift. Ze heeft geen grip. De hagelslagjes vallen naast haar bord. Onzeker en een tikkeltje onhandig probeert ze de hagelslagjes op te scheppen met haar goede hand.
Nova, het vriendinnetje van mijn acht jarige nichtje Veerle zit bij mij aan tafel. Ze komen als twee ‘grote’ meiden gezellig bij mij lunchen. Kletsen over prille verliefdheden, stoere kleren en nieuwe danspasjes. Maar toen viel het plotseling stil aan tafel……Nova vertelde dat zij net als ik een beetje anders is.
“Heeft Veerle je verteld wat ik heb?” vroeg ik haar voorzichtig.
“Ja jij hebt iets op je buik. Je poept in een zakje.” Ze wist niet waar ze kijken moest.
“Ja dat heb je goed onthouden. Maar weet je, Nova? Ik denk dat het veel makkelijker is wat ik heb. Want ik kan het verstoppen. Niet iedereen ziet het aan mijn buitenkant. Jij hebt een halve arm en ondervindt daar veel meer ongemak van. Iedereen ziet het ook nog eens. Dat is vast niet altijd leuk.”
“Nee dat klopt. Mensen kijken altijd naar mij. En met gym is het ook best lastig.”
“Misschien heeft Veerle je wel eens verteld dat ik werk met mensen die hetzelfde hebben als ik. Dat is best wel prettig. Daar voel ik mij dus nooit anders want daar is iedereen net zoals ik. Ken jij andere kindjes die hetzelfde hebben als jij?”
Haar oogjes lichten op. Ze draait onrustig op haar stoel en popelt om iets te vertellen. Opeens compleet op haar gemak. Eet haar mondje snel leeg en steekt van wal.
“Ja, ik ga over twee weken naar de Knuistjesdag. Een dag waar allemaal kindjes zijn zoals ik met een knuistje. Grote knuisten, kleine knuistjes. Iedereen is net als ik. Dat is best eens fijn want daar kijkt niemand raar naar mij.”
Na de lunch geef ik haar een dikke pakkerd, zwaai ze weer uit naar school en wens haar veel plezier op de Knuistjesdag. Ze zit nog lang in mijn gedachten. Enerzijds is haar beperking haar zo vertrouwd. Ze weet niet beter. Geboren met een half armpje. Anderzijds voelt ook zij al op jonge leeftijd dat ze anders is. Wilt ook zij contact met mensen die net zo zijn als zij.
Willen we dat niet allemaal? Ons spiegelen aan de ander? Vooral niet opvallen of anders zijn? Of juist bewust heel anders zijn maar dan vooral op een positieve manier en zeker niet op een zielige manier? We willen gelijk zijn aan een ander, het liefst een beetje beter of sneller, maar zeker niet minder of trager. Ik kan mijn beperking vaak verbloemen. Als ik niets wil vertellen weet men niets van mijn medische verleden en ben ik gewoon Carlijn. Maar met een halve arm is dat anders. Constant die vragen, die blikken. Ik hoop dat Nova zich staande weet te houden in een maatschappij die steeds harder wordt, steeds vaker oordeelt op het (liefst perfecte) uiterlijk.
Twee weken later komt Nova weer gezellig mee overblijven met Veerle. Waar zij voorheen stilletjes aan tafel schoof neemt zij nu het woord:
“Ik ben gister naar mijn Knuistjesdag geweest. Het was heel druk en heel leuk. We gingen naar een soort binnenspeeltuin. En raar joh. Er was zelfs een jongen met maar drie vingers aan zijn handen.”
Ik grinnik stiekem. Heerlijk die kinderlijke onschuld. Wat een lichtvoetig, dapper meisje. Zij komt er wel.
Nova is misschien wel net zo anders als die jongen met zijn drie vingers. Maar iemand met drie vingers had zij nog nooit gezien dus dat vond ze maar raar. Zelfs als je zelf een beperking hebt is de beperking van een ander altijd vreemder, enger, onhandiger of erger.
Dat houdt ons op de been, of in dit geval: Op het Knuistje.
1 reactie
peet junkmail
Carlijn, wat ontroerend geschreven, knuistjesdag. Je verwoord het zo mooi,
En ook die kinderlijke onschuld, een jongen met maar 3 vingers.
Knap hoe jij dat allemaal zo mooi verwoord,