“Leuk! Leuk! Thirza babydokter toe!” Mijn nichtje rent voor mij uit met tussendoor een klein huppeltje zoals alleen twee jarige peutertjes dat kunnen.
“Mee! Lala ook babydokter toe!” Blèrt ze over het parkeerterrein. Ik kan een glimlach niet onderdrukken na zoveel enthousiasme. Nog steeds spreekt ze mijn naam uit als Lala. Ik til haar in de rondte en plant een dikke kus op haar voorhoofdje.
“Thirza jurk uit! Luier uit niet!” Zegt ze dwingend als ze op het aankleedkussen van de consultatie arts zit. Thirza wordt gemeten en gewogen. Haar oogjes, oortjes en loopje worden bekeken. Ze krijgt kleine peuter opdrachtjes en bouwt trots een toren. “Meer! Meer!” zegt ze als de blokjes op zijn. Ze vertelt welke dieren ze in het boekje ziet en wijst bij pop de voetjes, handjes, oortjes en oogjes aan. Ze slooft zich lekker uit. Ze maakt de riedel die ze al kent nog even af met de ‘lenkbauwe” boven de ogen.
Mijn gedachten gaan naar de ouders van kleine blonde Britt. Ook zij zitten vandaag bij de dokter. Niet bij de babydokter maar bij de kinderarts in het Sophia Kinderziekenhuis. Britt bouwt geen toren. Britt wijst de wenkbrauwen van pop niet aan en gilt zeker niet om ‘meer, meer’. Britt wordt ook gemeten en gewogen. Niet om te kijken of zij net als Thirza netjes de curve volgt maar om te kijken hoe hoog de chemo dosis moet zijn. Britt is vijf jaar oud en heeft leukemie.
“Ze is een heerlijk meisje. Kerngezond en keurig op schema,“ zegt de arts.
‘Tja, dat was Britt waarschijnlijk ook.’ Schiet er door mijn hoofd. Er wordt een nieuwe afspraak gemaakt voor over een jaar. Direct denk ik aan de ouders van Britt. Zij maken straks geen afspraak voor volgend jaar maar waarschijnlijk voor morgen… en overmorgen…en de dag daarna. Er zal met spoed gehandeld en behandeld moeten worden.
“Kleren aan, Thirza ijsje!” Roept ze bijdehand terwijl ze haar sokjes in de lucht houdt.
“Tja, ik had het beloofd. Daar kom ik niet onderuit,”grinnik ik. Even later zitten we in een restaurant aan een lekkere ijscoupe. Ik scrol door mijn Facebook pagina terwijl Thirza grote happen van haar ijsje neemt. Ik lees dat Britt zal starten met chemo maar dat ook haar hoofdje bestraald zal moeten worden. Wat zullen haar ouders gaan doen na deze ochtend? Kruipen ze huilend, woedend, bang tegen elkaar aan? Of slepen ze hun gezin mee naar de Efteling om nog even de zorgen te vergeten aan de vooravond van de behandelingen van hun dochter? Of eten ze net als wij een ijsje in een restaurant terwijl ze uit angst, onder tafel, stiekem elkaars hand fijn knijpen?
“Lala. Is zellig!” Zegt Thirza terwijl ze onder het ijs zit en haar vingertjes af likt.
“Ja lieverd, ik vond het ook reuze gezellig!” Ik ben mij bewust van de enorme contrasten tussen deze meisjes. Gezond versus ziek. Onbezorgd versus doodsangst. Gezellig versus afgrijselijk.
“Babydokter ook zellig. Thirza goed.” Zegt ze stralend voordat ze haar laatste hap vakkundig naar binnen werkt.
“Ja,” zegt ik zachtjes, terwijl ik een diepe zucht niet kan bedwingen.
“Met dit kleine meisje gaat het godzijdank goed. Hopelijk geldt dat voor Britt binnenkort ook!”