“Kijk, ik ben eindelijk zwanger!” Trots kijkt ze mij aan. Mijn ogen glijden van haar gezicht, langs haar volle borsten naar beneden en blijven steken op haar grote bolle buik . Strak gespannen in een t ’shirt waar op staat ‘Nog effe wachten’.
“Ja ik zie het. Gefeliciteerd. Hartstikke leuk joh! Hoe lang moet je nog?”
“Nog vier weekjes. We krijgen een meisje en als ik eerlijk ben kan ik niet wachten tot het moment dat ze een jaar is, haar knuistje in mijn hand vouwt en mij mama noemt. Eindelijk zal iemand mij mama noemen!”
Ik zie het tafereeltje voor mij. Ik slik. Inwendig vloek ik. Kut! Ik wil ook zo’n knuistje. Ik slik nogmaals. Overdonderd door de plotselinge emotie en jaloezie die mij overvalt.
Ik tover een glimlach op mijn gezicht.
“Nou meid, ik wens je veel geluk. Ik ga even naar de bar, nog een biertje halen. Doei!”
Aan de bar verstompt het geluid van de mensenmassa die dit festival met zich mee brengt. De harde beat van de band op het podium hoor ik even niet. Ik zie steeds dat knuistje op mijn netvlies. Dat knuistje en twee felblauwe oogjes die omhoog kijken en om mama vragen.
Ik bestel twee biertjes en staand aan de bar sla ik met grote slokken het eerste achterover. Ik voel mij boos. Boos op mijzelf dat ik nog steeds overvallen kan worden door het verdriet van mijn kinderloosheid. Boos op mijzelf dat ik jaloezie voel over andermans geluk. Zo wil ik niet zijn. Maar ik voel ook verdriet. Verdriet over een leegte die toch altijd ergens sluimert. Het blijft soms onverwacht steken dat ik dat knuistje nooit zal voelen, dat ik nooit iemands mama zal zijn.
“He, kijk nou, Carlijn, dat is lang geleden. Jezus wat zie jij er weer goed uit na al die jaren dat ik je ziek voorbij zag strompelen.” Hij slaat mij vriendschappelijk maar hard op mijn schouder en kijkt mij met een joviale glimlach aan.
Ik lach luid om zijn eerlijkheid. “Dankjewel Brian. Hoe gaat t met jou, dat is lang geleden!”
“Ooh goed hoor. Kben effe stiekem weggevlucht thuis. Gek werd ik van die koters. Geen minuut rust en mijn vrouw is alleen maar in de weer met krijsende smekende en zeurende kinderen. Wordt zij ook geen leuker mens van! Ppff , ben blij dat ik effe een biertje kan komen drinken hier. Twee weken Frankrijk achter de rug. Veertien uur gekrijs en gezanik op de achterbank. Snoepjes, spelletjes, computers, alles was mee maar niks was goed genoeg.”
Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Denk terug aan de zalige zomervakantie die wij in Italië hebben gehad. Samen met mijn man. Zomerjurkje, slippertjes en wapperende haren terwijl het dak van de gehuurde auto open stond. De radio die een Italiaanse sopraan liet horen. In alle rust en stilte met de auto door Toscane rijdend. Mijn man tevreden achter het stuur met zijn stoere krachtige kop. Een hand op mijn knie, soms speels kruipend omhoog, gevolgd door een knipoog. Alsof we danste over de velden van Siena. Stoppend bij ieder wijnboertje. Met een kofferbak heerlijke flesjes wijn terug naar het hotel waar we loom vrijend de dag afsloten.
Langzaam word ik mij weer bewust van de omgeving. De gitarist die zijn gejengel laat horen, de mensen die mee schreeuwen, de bierlucht in mijn neus.
Ik kijk Brian glimlachend aan. Ga op mijn tenen staan en geef hem spontaan een zoen op zijn wang.
“Dankjewel Brian. Bedankt voor je relativerende woorden. Ik voelde mij zojuist even hartstikke rot maar je hebt mij enorm opgevrolijkt.”
Brian, aardig onder invloed, kijkt mij verbaasd aan. “Ik? Cool! Nou, graag gedaan hoor!”
Ik laat mijn biertje staan. Loop door de menigte naar de dansvloer. Ik begin te dansen en voel mij vrijer dan vrij en bovenal gezond en gelukkig. Ik besef mij dat geluk niks met wel of geen kinderen te maken heeft. Een gelukkig leven maak je zelf en ik heb het gefikst. Na veel verdriet en teleurstelling kan ik oprecht zeggen dat ik ook zonder dat kleine knuistje in mijn hand een gelukkig mens geworden ben.
1 reactie
Carla
Ontroerend mooi beschreven en oh,, zo herkenbaar. Ja er valt heel goed te leven zonder dat kleine knuistje, maar af en toe……….