93BC586A-E143-441E-9033-BF522BDEBA83 (2)

Zomaar op een bankje…

“Zo, ook even een frisse neus aan het halen?”
“Ja, ik heb de hele nacht liggen kotsen.”
“Ooh echt? Mag ik vragen wat je mankeert?”
“Ik heb kanker. Zaadbalkanker. Uitzaaiingen naar mijn longen en lymfe.”
Ik zwijg. Zomaar op een bankje voor het ziekenhuis. De eerste week van het nieuwe jaar. Een frisse start voor veel mensen maar niet voor deze jongen.
“Jeetje. Ben je al lang ziek?”
“Eigenlijk al een jaar. Ik had een soort zere bal. De huisarts dacht steeds dat ik een SOA had en die gaf antibiotica. Ach…deed die man ook niet met opzet. Dit kon hij ook niet weten.”

Wederom zwijg ik. Ik kijk naar het langsrazende verkeer. Daar achter liggen de heuvels van Maastricht. Besneeuwd door de eerste sneeuwval van het jaar. Een idyllisch uitzicht met een gruwelijk verhaal aan mijn zijde.

“En toen werd ik in december opeens zieker. Spuugde bloed. Dus ik werd onderzocht en direct geopereerd. Een kwaadaardige tumor ter grote van een tennisbal werd uit mijn bal verwijderd. Na scans bleek dat het was uitgezaaid.”

In alle rust vertelt hij mij zijn verhaal. Vijftien jaar oud was hij toen hij uit huis ging. Om de rust thuis te bewaren voor zijn ouders en broertje. Het ging niet langer thuis. Onder begeleiding en met medicatie werd hij mentaal rustiger. Hij kreeg een kans om niet in een woonvorm te wonen maar zelfstandig. Die kans greep hij. Met succes. Als puber huurde hij een kamertje. Haalde zijn horeca diploma. Werkte met plezier aan zijn toekomst. Soms een terugval. Je staande houden met een psychische aandoening is niet makkelijk in onze harde maatschappij. Maar het leven lachte hem langzaamaan weer toe. Hij kreeg verkering. Voelde hoe het leven zou kunnen zijn als je gelukkig bent.
Tot de diagnose.
Alles werd weggevaagd.
“Maar mij krijgen ze niet klein hoor. Vier maanden lang moet ik aan de chemo. Doodziek word ik van die zooi. Straks word ik ook nog kaal. Maar dat geeft niks. Zet ik gewoon een muts op. Als ik maar blijf leven!”

Weer zwijg ik. Kijk hem aan. Glimlach voorzichtig.
“Ik heb bewondering voor jou. Mag ik over je bloggen? Over die jonge jongen op het bankje voor het ziekenhuis?”
“Ja hoor dat mag. Mag ik dan wel je facebookvriend zijn zodat ik het ook kan delen? Vind ik leuk!” zegt hij met een glimlach van oor tot oor.

Zomaar een dag in januari, op een bankje voor het ziekenhuis in Maastricht. Zomaar een ontmoeting die ik mij heugen zal.
Dag Anthony, het ga je goed! Versla die kanker! Leef en geniet, want je hebt er zo hard voor gevochten!
Groetjes van die vreemde vrouw, naast jou op dat bankje voor het ziekenhuis.

 

Mijn e-book ‘Papa gaat over de tong’ is uit!

Recente reacties

4 gedachten over “Zomaar op een bankje…”

Laat een antwoord achter aan peet junkmail Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.